zaterdag 28 juli 2012

Feb. 2006 De oversteek naar Brazilië

Februari 2006

De oversteek naar Brazil ...
 

Zaterdag 11 februari ''06. Het is 7 uur in de morgen als we opstaan en dit komende uurtje gebruiken om de laatste dingen op te ruimen, vervolgens alles vast stouwen en alvast het ontbijt klaar maken. Het is niet veel meer omdat we de laatste dagen hard gewerkt hebben om weer te kunnen vertrekken. Alle boodschappen zijn onderverdeeld en in grote plastic dozen opgeborgen. Lijsten laten zien waar alles staat en hoeveel er van is. Van ons laatste geld hebben we aan de oever bij Bana's café nog een consumptie gepakt en heeft Nicky nog kleine aandenken kunnen kopen van Gambia. Precies om 8uur starten we de motor om de spijker (anker) uit de grond te trekken. Dag, Denton bridge, Dag lieve mensen van de Oyster Creek, dag Gambia. We hopen zeker terug te komen, wanneer? Who knows..
 
Dit was even een introductie om onze flessenpost nu over te geven aan een jonge vriend. We hebben nl. een echte zeiler aan boord. Nicky, 19 jaar, zoon van vrienden van ons uit Tilburg. Hij stapt al voor de derde keer bij ons aan boord. Volgens mij erg graag anders snappen wij echt niet waarom hij dit maar blijft herhalen. Eerder is hij met ons vanaf Portugal, Spanje en Gibraltar mee gegaan en een jaar later met zijn vader Ton, onze dierbare vriend, opgestapt op Madeira en hebben zij samen met ons de oversteek gemaakt naar de Canarische eilanden.Vanaf nu gaat Nicky, onze opstapper, verder met het schrijven van de flessenpost. Hij schrijft goed en onderhoudend en voor ieders wat wils. Er is natuurlijk een verschil van schrijftrant omdat Nicky meer op het zeilen gericht is, de dingen rationeel beziet en er een andere schrijfstijl er op na houdt dan ik. De zeilers onder ons komen eindelijk aan hun trekken en degenen die onze reis tot nu toe veel meer als schoolreisje hebben gelezen moeten helaas wachten tot ik de pen weer ga oppakken. Nicky's verslag is zeker de moeite waard maar anders! Tja, het is voor mij wennen! Ha, ha. Voor jullie, lees en huiver! Beleef het mee...
Dag thuisblijvers,
Voor korte tijd mag ik een vertrekker zijn die zich mee laat voeren met de passaatwinden over de
Atlantische Oceaan hier aan boord van de Drifter.
Over de dagen tot aan het vertrek kan ik kort zijn: Gambia is een land om je over te verbazen, nog nooit eerder ben ik in Afrika geweest of in een ander ontwikkelingsland. De korte tijd die ik er door
gebracht heb bleef ik mij verbazen over de gemoedelijkheid van de bevolking; allemaal spreken ze je aan en groeten ze je (ze willen geld aan je verdienen dat wel) maar als je ze met een paar woorden Wolof (lokale taal) terug groet of aanspreekt begrijpen ze dat je geen doorsnee toerist bent maar een traveler. Ze hebben oog voor detail en zien dingen die echt belangrijk zijn want de pompbediende waar we diesel getankt hebben vond dat ik: "Nice shoes, nice shoes" had, hetgeen kon kloppen daar ik mijn gloednieuwe badslippers aan had. Model 'camping', gehaald op de afdeling vooral niet te duur. Maar toch heb je gelijk een leuk gesprek, zeker daar hun engels nog niet eens zo slecht is. Dat tanken is een dagvullende taak: met de bijboot een eindje de rivier opvaren waar we voor anker lagen, vervolgens met de jerrycans een 50 meter lopen over een onbestendig stukje terrein om vervolgens uit te komen bij een pomp langs de kant van de hoofdweg (een van de weinige geasfalteerde. Een kruising met stoplichten kennen ze maar eentje in Gambia en die heb ik gezien! Stelt niks voor hoor).
Dit ritueel hebben we echter vier keer moeten herhalen omdat we een kleine vierhonderd liter diesel wilden hebben, tien liter benzine en vijftig liter water. Ook moet er voldoende werkoverleg plaatsvinden, een korte siësta gehouden worden en veel bij gekletst worden..
De andere dagen in Gambia hebben we ons bezig gehouden met het kopen van een nieuwe generator en het zoeken naar een stuk flexibele uitlaatslang. Allemaal kennen ze dat laatste en je kunt het om de hoek zo krijgen, echter zitten we nog steeds zonder en hebben we heel veel hoeken gezien. Ook moesten de nieuwe vlonders voor de kuip nog afgewerkt worden, er een heleboel spullen gestouwd worden (anders vliegt op zee alles door de boot maar daarover later meer) en inkopen gedaan worden voor de oversteek. Vergeet niet dat we in het beste geval de komende drie weken geen enkele winkel, restaurant, pomp of kroeg tegen zullen komen. Voldoende inslaan dus, we vreten de boot wel weer op haar waterlijn.
Ook moest er tijd besteed worden aan het uitzoeken van de te volgen route, iets wat ik met veel plezier samen met Arnold gedaan heb. Hiervoor hadden wij meerdere boekwerken, een aantal computerprogramma's, weerkaarten, windvoorspellingen en onze eigen kennis ter beschikking. Echter is deze vooraf bepaalde route maar een houvast en moet deze aan de hand van actuele gegevens onderweg bijgesteld worden.
Het vertrek vond zoals jullie misschien gezien hebben plaats op zaterdag de 11e, op zich hadden we volgens onze gemaakte planning ook op vrijdag kunnen vertrekken maar het bijgeloof zegt ons dat vrijdag een ongeschikte dag is om te vertrekken en dit onheil zal afroepen. Bijkomend detail was dat donderdags alles gesloten was vanwege het islamitische nieuwjaar en we de inkopen pas vrijdag konden doen, problem solved. Het vertrek verliep soepel 's morgens vroeg vanaf de rivier, nog wel een keertje vast gelopen in een kreek (het leek daar wel een beetje op de Biesbosch maar dan exotischer ofzo) maar daar kwamen we gelukkig snel op eigen kracht weer los. (en we waren vertrokken met opkomend water natuurlijk voor het geval dat.) Eenmaal de zee in zicht konden de zeilen gelijk omhoog en toen de motor uit kon hadden we alledrie het gevoel dat de tocht echt begonnen was. Het eerste stuk verliep prima ondanks dat het slingeren en bewegen van het schip al snel uitwerkingen begon te vertonen bij ons. Toch kwam het echte besef dat de reis definitief begonnen was bij mij pas op het moment dat er alleen nog maar water om ons heen te zien was. Meer en meer vervaagde het land tot het niet meer te zien was en dat geeft toch weer een bijzonder gevoel, op dat moment voelde ik echt dat we helemaal op onszelf aangewezen waren en onze uiterste voorzichtige best moesten doen om aan de overzijde te geraken. Ruim 2100 mijl (voor de niet zo nautisch aangelegden: een kleine 4000 km) lagen voor ons.
"Zeeziek; (bnw) onpasselijk ten gevolge van het verblijf op een schommelend schip" aldus het Kramers woordenboek hier aan boord. Een definitie die naar mijn idee toch niet helemaal goed weergeeft wat zeeziekte inhoudt en wat het met je doet. Veel kennis of ervaring op dit gebied heb ik niet dus ik kan alleen weergeven wat het voor mij betekent. Drie dagen lang niet gewoon kunnen eten, je voortdurend misselijk voelen, zeer weinig energie hebben om dingen te ondernemen, geeuwerig en slaperig, niet kunnen genieten, hoofdpijn, buikpijn, geen tijd binnen in het schip door kunnen brengen anders dan liggend in mijn kooi (bed in scheepstermen voordat mensen rare gedachten krijgen.). Maar wel in staat (met veel moeite) om wacht te lopen (op te letten gedurende de nacht/dag op de koers, snelheid, andere scheepvaart en het weer) en om zeilen te reven, strijken of te zetten. Een keer maar heb ik de vissen hoeven voeren en dit deed ik gebroederlijk tegelijk met de Arnold over de reling. Dubbele portie voorgekauwde nasi voor onze vrienden blub. Echter na die drie dagen, een doosje zeeziekte pillen (maar of ze werken?) en een berg ellendig gevoel is het over. En alsof de wereld in een keer een stuk zonniger is besef je pas
hoe slecht je het gehad hebt en hoe heerlijk dat het is om je op zo'n schip op zo'n reis te mogen bevinden.
Natuurlijk is het lastig dat je naar het toilet moet alsof je stom dronken bent maar er zijn gelukkig
mogelijkheden genoeg om tegen aan te leunen of om je aan vast te houden. En natuurlijk kost het veel energie om de constante beweging van het schip op te vangen, je schrap te zetten en bewegingen te corrigeren. Een stap aan dek vooruit betekent soms dat je gelijk aan de overzijde bent, een afstand die je normaal echt zo niet overbrugt maar kan ook betekenen dat je op dezelfde plaats blijft staan of juist achteruit gaat. Niet erg, en je went er snel aan, mits je maar over de zeeziekte heen ben. Gelukkig ben ik dat nu helemaal en daarom lukt het me nu dus ook om (indien noodzakelijk maar buiten is het veel lekkerder en mooier) een tijdje binnen te zitten om aan deze flessenpost te werken bijvoorbeeld. Maar ook om een potje vaat vangen te spelen met Arnold. Coby is de scheepskok hier aan boord en we komen echt niets te kort hoor! Echter is het onze taak (Arnold en ik) om iedere dag de afwas te verzorgen. Geen probleem natuurlijk, een klusje dat zo gedaan is normaal gesproken echter kunnen we door het rollen van het schip (golven komen schuin van achter en de boot helt constant over en weer) niets zomaar ongestoord neerzetten of leggen. Alles wat enigszins gewicht heeft blijft wel staan op antislipmatjes, de uitvinding van de eeuw, maar al het ander vliegt zo naar de andere kant van het schip als je niet oppast. Daarom zal ik ook maar niet spreken over het inschenken van een kop hete thee of koffie.
Even dan nog kort over onze huidige situatie, we hebben net het happy hour gevierd, eventjes gezellig met z'n allen in de kuip een biertje drinken. Er is altijd wel iets te vieren hier aan boord uiteenlopend van een omvormer (stroomvoorziening) die toch niet kapot blijkt te zijn tot een verandering in de zeilvoering, alles wordt aangegrepen voor een klein feestje. Voor de rest varen we op twee voorzeilen beide aan een andere zijde uitgeboomd ongeveer plat voor het lapje op de evenaar af welke zich op ruim 300 mijl (kleine 600 km) voor ons bevind. Nog een paar dagen en dan kunnen we dus weer vieren dat we daar over heen zijn gegaan.
De afgelopen dagen hebben we een goede voortgang gemaakt met etmaal-afstanden rond de 140 mijl (nu moet iedereen het voort begrijpen hoor.) met een gemiddelde bootsnelheid van ruim 5,5 knopen (dat zijn mijlen per uur om het weer even ingewikkeld te maken). Meer en meer buigen we af naar het zuiden, de eerste paar dagen voeren we een vrij westelijke koers echter moeten we voorkomen te westelijk over de evenaar heen te gaan in verband met de winden die er onder de evenaar heersen. Voor wie het leuk vind om te weten de evenaar ligt voor ons ook bijna op de helft van de af te leggen afstand. Wanneer we precies aan gaan komen in Salvador (Brazilië) weten we nog niet, de grove berekeningen gaan uit van 17 á 18 dagen reistijd. (in tegenstelling tot een vliegtuig dat zo iets in een uurtje of vijf doet.) Echter is dit geheel afhankelijk van de omstandigheden en dan met name de wind. Zoals bij sommigen van jullie wel bekend zal zijn ligt er rond de evenaar een gebied van windstilte (doldrums) maar daar kunnen we met de hoeveelheid brandstof waarschijnlijk dan doorheen motoren. Dan weer is het afwachten wat de wind ons ten zuiden van de evenaar brengt. Nemen zoals het komt en het beste er van maken ondanks dat het
werken aan de zeilen (meer zeil bijzetten of ze anders zetten) zwaar en niet geheel ongevaarlijk werk is op een schip dat zo in beweging is. Maar het is wel fantastisch om allemaal mee te maken. I wish you could be here!!
Leuk detail voor de dierenliefhebbers onder ons, al vanaf het begin van de reis zien we vliegende vissen voorbij komen tot zelfs bij ons aan dek, maar ook al meerdere keren zijn we begeleid door een groep dolfijnen (wel elke keer anderen denken we hoor, maar toch) en dat is helemaal geweldig om mee te maken.
Heel veel groeten van mijn kant, het uitzicht hier is waterig maar het vooruitzicht en de ervaring geweldig,
 
Nicky, Arnold en Coby
 
p.s. Voor iedereen wiens auto niet door de APK heen komt: Dat komen ze in Gambia geen
een van allen meer maar ze rijden nog wel, exporteren dus!

Alweer een berichtje vanaf de oceaan,
Waar ik deze keer zal beginnen weet ik echt niet dus begin ik maar gewoon zoals voor mij de dag hier ook begint en dan loopt het vanzelf, let maar op:
Varende onder zeil of op de motor maakt niet uit, altijd is er iemand aan boord belast met het wacht houden. Hiervoor hebben we een vast schema dat inhoud (omdat we met z'n drieën zijn) dat ieder 4 uur "op" is (zo heet dat) en daarna 8 uur "af". Gevolg; met twee wachten en een hele tijd rust ben je de dag al weer door. Een dag die voor mij bestaat uit opstaan om half negen (Coby maakt me nooit op tijd wakker voor mijn wacht die om 8 uur begint), aanschuiven bij een ontbijtje in de kuip samen met haar. Onderweg een blik in het logboek, waarin alle belangrijke zaken bijgehouden worden ten aanzien van de boot: positie, koers, snelheid, zeilvoering, weersomstandigheden enz. Dan weet ik gelijk of er die nacht nog iets bijzonders gebeurd is tijdens mijn slaap.
Tot 12 uur is het dan aan mij om de koers, snelheid, het weer en al het andere om ons heen in de gaten te houden (een schip hebben we al bijna een week niet meer gezien, hoezo alleen op de wereld). Dit duurt tot 12 uur, maar ondertussen komt ook Arnold uit zijn kooi voor een ontbijt. Vervolgens roepen we om 10.00 uur de Nije Faam op via de radio, andere Nederlanders en kennissen van ons die ook met hun schip onderweg zijn van Gambia naar Brazilië (2 dagen vóór ons al vertrokken) om bij te kletsen en posities uit te wisselen. Dan rustig de tijd om een boek te lezen, heerlijk daar kom ik anders echt nooit aan toe. Klokslag 12 uur moeten we weer hard aan het werk. De middagpositie moet genoteerd worden, op de kaart en in de computer ingetekend/ingevoerd worden, de etmaalafstand moet uitgerekend, evenals de gemiddelde snelheid. Zoals je wel merkt een drukke bezigheid voor Arnold en mij.
Werkzaamheden die altijd door blijven gaan zijn de aanpassingen in de zeilvoering of de zeilstanden, dit gedurende de gehele dag en nacht al kan het voorkomen dat we meerdere etmalen nagenoeg alles hetzelfde kunnen laten door de constante passaatwind. Maar ook het verslag en andere mails moeten gemaakt worden, dit samen met wat klussen aan boord, een goede siësta, lekker muziekje en een boot vol boeken maakt dat wij onze tijd goed doorkomen en ons niet hoeven te vervelen. 
Alles is nu erg rustig om ons heen, aangekomen in de doldrums is de wind op een heel piep klein beetje volledig weggevallen en varen we al twee dagen op de motor. Het was dan ook deze kracht die ons over de evenaar deed gaan en niet de zeilen. Ten getuige van onze goede navigatie en uitmuntende planning vond de overgang van noordelijk naar zuidelijk halfrond plaats midden in de
nacht. Heerlijk, om 5 uur 's nachts uit je kooi getrapt worden om vervolgens buiten in de regen, pikkedonker en niks te zien (zelfs de evenaar niet) een plastic (voormalig) zingende nepvis in het water te donderen evenals een goede borrel (drankmisbruik) en een poging ondernemen precies van 0º 00.000 een foto te maken op de display van de GPS. De borrels die we daarna zelf genuttigd hebben zullen we dan maar als schrale troost en slaapmutsje bestempelen. Tot zo ver voor de nautisch onwetenden onder jullie, welke geheel niet worden gehinderd door enige vorm van kennis op dit gebied. Lees vooral niet verder en sla deze volgende alinea geheel over, het vervolg zal bij jullie overkomen als een volkomen doorgeslagen gekte welke ontstaan lijkt door een te lang, eenzaam verblijf op zee en doorweekt is van een hang naar oude tradities en bijgeloof van zeevarenden.
Voor alle anderen: Wat een geweldige ervaring om dit mee te maken. Op eigen kiel (nou ja, niet van mij natuurlijk maar jullie begrijpen het) over die geweldig oceaan zeilen. Vertrokken vanuit Gambia gelegen op het noordelijk halfrond met onder andere haar poolster. Op weg naar het beloofde land in het zuiden, Brazilië; een nieuw land, een nieuw avontuur. Gelegen op het zuidelijk halfrond waar het zuiderkruis 's nachts aan de hemel schittert. Daartussenin voor ons qua afstand ongeveer op de helft van de reis die magische grens die de wereld al eeuwen in tweeën deelt. Een plek waar vele en vele groten ons voorgingen op weg naar hun onbekende bestemming, volgen wij nederig en klein in hun keilzog. De eerste keer over de evenaar met een schip is een moment dat altijd in de herinnering van een zeelui gegrift blijft staan. Ook voor ons was het een zeer bijzonder moment, we hadden het toch mooi geflikt om met een voorspoedige tocht aan de evenaar te geraken en dit moest dan ook gevierd worden. Bewijzen werden opgeslagen voor eventueel nageslacht en andere geïnteresseerden. Hierna was het tijd voor de gebruikelijke rituelen want de evenaar kom je niet zomaar over, dit ligt geheel in handen van de heerser over de zeeën. Neptunus, de god van alle wateren en zeeën (ook wel bekend onder zijn oorspronkelijk Griekse naam Poseidon) moet geëerd, er moet geofferd worden om hem gunstig te stemmen. Hij is het wie ons een voorspoedige reis kan brengen of indien men hem niet ten gunste kan stemmen maar met zijn drietand op het water hoeft te slaan en huizen hoge golven verijzen. Daarom schonken wij hem een van zijn dierbaren terug ( de plastic vis) welke via vele omzwervingen bij ons aan boord gekomen was. Samen met een toespraak van de schipper en zijn vrouw gaven wij Neptunus de eerste borrel. Terug naar binnen gekeerd, we hadden de donkere nacht en de regen zonder morren getrotseerd voor deze plechtigheid. Hier was het tijd voor een klein bescheiden feestje, dit hadden we gehaald, het was ons gelukt en nog op een geweldige manier ook. Reden voor een gezellig samenzijn en een lekkere borrel. De dag stond natuurlijk volop in het teken van de evenaar, feest was het, ontbijt, eieren met spek en evenaartaart bij de koffie.
Aansluitend op de passage van de evenaar was er nog (hetzij meer bescheiden) verandering in ons ritme. Doordat we een zo grote afstand in westelijke richting op de aardkloot afleggen varen we ook door verschillende tijdszones heen. Niet zo erg zou je zeggen, je hebt toch met niemand iets van doen qua tijd betreft. Dat klopt ook wel maar ons eigen biologisch/leefritme begon een beetje uit de pas te lopen met de omstandigheden om ons heen. Ze hebben die tijdszones echt niet voor niets ingevoerd, daar ben ik inmiddels wel achter. Tot steeds later bleef het licht, echter wilde het licht 's morgens ook maar steeds later weer aan. Niet echt handig als er mensen zijn die om 8 uur 's avonds moeten gaan rusten om de nacht door te komen.  Dus werd er gisteravond besloten om de klok een uur terug uit te zetten, waardoor het tijdsverschil met Nederland is opgelopen tot een achterstand van 2 uur maar die halen we wel weer een keer in!!
Over dat ritme wil ik ook nog wel even iets kwijt. In veel boeken die gaan over het zeilen van langere tochten op zee wordt gesproken van het "in je ritme komen". Maar nooit kon ik me een goede voorstelling maken van wat ze daar nou precies mee bedoelden. Het leek me al een grote onwaarschijnlijkheid dat je een normaal leven zou kunnen hebben op een schip dat zich constant blijft bewegen op de golven. Zeker niet omdat tijdens de veel kortere tochten die ik tot nog toe meegemaakt heb ik of zeeziek was tot het moment dat we weer stillagen omdat de tochten te kort waren om er overheen te komen, of de zee zeer rustig was. Nu echter had ik ruimschoots te tijd om over de zeeziekte heen te komen en dus "in te slingeren". Mooie termen voor iets wat je een hoop ellendig gevoel kan geven maar ach, het leven van een zeeman gaat niet over rozen, wel over water maar dat is een heel ander verhaal. Terug naar de lijn van het verhaal voor zover die er eentje is, al bijna een week leef ik hier nu aan boord en heb ik mij volledig aan kunnen passen aan de bewegingen en gedragingen van de boot. Daarbij komt ook nog dat er een behoorlijk vast patroon is in het wachtlopen (niet letterlijk opvatten, het is de scheepsterm voor het wachthouden), de navigatie, slapen, eten, rusten, lezen en andere bezigheden. Door deze regelmatige indeling van het etmaal en de gewenning van het aan boord zijn is er niets meer dat een normaal leven in de weg staat. Hierdoor kan ik (en de anderen) volop genieten van al het moois dat zo'n reis meebrengt. De luchten hier zijn werkelijk schitterend, zeker met de gigantische buien die hier in
de buurt van de evenaar van oost naar west denderen (in twee etmalen verplaatsen zij zich van Afrika naar Zuid-Amerika). Maar ook de golven zijn een fascinerend schouwspel dat blijft boeien, evenals de manier waarop ze het schip dragen, doen hellen of wegzetten met hun onmenselijke kracht. Maar bovenal betekent het voor mij veel rust in de tent en rust in de kop en dat is bijzonder fijn. Even totaal iets anders, iets prachtigs om vervolgens ('t zal nog wel even duren gelukkig) weer terug te keren naar mijn normale leven in het druilerige natte Nederland, ik leef met jullie mee hoor. Dit is voor mij het ritme waarin we geraakt zijn en dat is ook een hele prettige ervaring. Maar gelukkig wordt het ritme ook vaak genoeg onderbroken door iets onverwachts. 
Zo was er bijvoorbeeld tijdens mijn avondwacht een paar dagen geleden een kleine escalatie met de stuurautomaat. Even terzijde: zelf sturen is geen optie hoor dat houden we nooit vol dus dat besteden we mooi uit aan de techniek. Liefst aan de windvaanbesturing achterop welke geen stroom vraagt en het schip stuurt ten opzichte van de wind, check www.windpilot.com, diep respect voor een apparaat dat zo veel mijlen kan sturen zonder te zeuren, zonder eten of drinken. Maar wanneer de wind het af laat weten stappen we over op elektronische stuurautomaten. Hetzij een kleine, verbonden aan de eerder genoemde windvaanbesturing, of de grote die direct het hoofdroer aanstuurt.
Mijn tot dan toe rustige wacht kreeg toch een onverwachte wending: Ik zag net bij een blik op de GPS dat we nog maar net 4 knopen liepen terwijl we met dit toerental van de motor en de golven in de rug toch altijd ruim 5 moeten lopen wat we ook al een tijdje aan het doen zijn. Er ging dus iets fout buiten maar wat wist ik nog niet, tot ik naar de volgende waarde op de display keek. We volgden niet meer een koers van rond de 200 graden maar eentje van 150 en die bleef maar steeds verder aflopen. Meteen besefte ik dat er iets fout aan het gaan was met de stuurautomaat (kleine uitvoering geplaatst op de Windpilot) en dat die ons rondjes liet varen (zo komen we er dus nooit.) Buiten achterop aangekomen trof ik deze inderdaad in volledig ingeschoven positie aan en hij bleef maar piepen, helaas kon ik geen uitknop vinden en de stekker eruit trekken wilde ik ook zomaar niet doen. Pech voor Arnold die zijn rust dus even moest onderbreken om mij te vertellen
dat de stekker er toch gewoon uit mocht, het apparaat naar binnen kon, de Windpilot ontkoppeld en de normale stuurautomaat ingesteld kon worden. Zo gezegd zo gedaan en ondertussen kwam hij zelf ook maar even een kijkje nemen wat er precies aan de hand was. Conclusie, de kleine stuurautomaat is niet meer, helaas. Een gedenkwaardig moment dat we in stilte verwerkt hebben. Wat de zaak nog erger maakt is dat we nu gedwongen zijn om op de motor varende de gewone stuurautomaat in de kuip in te schakelen en deze constant de rust verstoord.
Ter informatie voor alle geïnteresseerden: De meeste mijlen die we tot nu toe hebben afgelegd hadden we twee zeilen voorop staan. Het betrof hier twee genua's, de ene een maat kleiner dan de andere. Beide werden met behulp
van aluminium palen (bomen genaamd, rare jongens he die scheeplui!) vanaf de mast uit gehouden om er voor te zorgen dat ze samen zo goed mogelijk de van achter komende wind op konden vangen. Dit is nu werkelijk zeilen als een melkmeisje. Ook al weer zo'n prachtige scheepsterm die komt omdat de zeilen dan net lijken op de bollende rokken van de melkmeisjes van vroegen. Deze methode wordt veel toegepast door zeilers die net als wij met de passaatwind mee zeilen, nadeel hiervan is dat het schip de golven van achter krijgt en daar flink op kan gaan rollen, niets aan te doen helaas.

Namens mij en de andere bemanning van de Drifter de hartelijke groeten,
Brazil here we come!
Nicky


De laatste mijltjes varen het zwaarst,
Nog een afstand te gaan van een 70 mijl voordat we het anker uit kunnen gooien in de baai van Salvador of een meertros aan de steiger kunnen vastleggen. Een afstand die voor ons gevoel zegt dat we er echt heel dicht bij zijn. De overzeiler (kaart waarop de gehele oversteek past dus met grote schaal) laat dan ook zien dat we eigenlijk alleen nog maar om de hoek hoeven te draaien, de baai in. Toch is deze afstand erg relatief. Wij hebben er nu sinds Gambia al meer dan 2100 opzitten en is het dus maar een klein stukje nog dat ons rest. Daartegenover staat dat we
nog een afstand af moeten leggen die maar een klein beetje korter is dan de gemiddelde oversteek naar Engeland welke voor velen al een hele onderneming is. Wel respect voor hen, zij komen in een uur waarschijnlijk meer scheepvaart tegen dan wij in twee weken. Zij maken een tocht die een klein etmaal omvat daar wij al bijna 20 dagen op zee zitten met niets dan water om ons heen (en dat is heerlijk). Een enkele reis Tilburg-Amsterdam, die afstand moeten we nog afleggen. Zo gepiept toch?? Kleine anderhalf uur met de auto en Linda zegt lief: "U heeft u estemming bereikt."
Helaas, voor ons geen Linda daar navigatieapparatuur voor schepen nog altijd zonder spraak is (gat in de markt toevallig?). Maar ook hebben wij momenteel de snelheid van een gemiddelde wandelaar. Nou, en dan ben je wel even onderweg om in Amsterdam te komen hoor.
Moraal van het verhaal: Zo'n oversteek is nergens mee te vergelijken, het is een op zichzelf staande ervaring die heel moeilijk in woorden te vatten is. Natuurlijk kan ik de droge cijfers noemen en vertellen dat we 2196 mijl hebben afgelegd in 20 dagen (eigenlijk 19 etmalen gezeild voor de echte cracks). Daar onze gemiddelde snelheid dan dus op 4,8 knoop ligt. Maar ook die cijfers zeggen heel weinig, die zeggen net zo veel als dat het 30 liter bier gekost heeft om de oversteek te maken, niets dus. Misschien wordt het een beetje duidelijk wat voor rare situatie het is
als je bedenkt dat mijn vlucht van Nederland naar Gambia een kleine 6 uur duurde en daarmee een afstand aflegde die net iets groter is dan die wij gezeild hebben met deze oversteek en zo'n 456 uur dus. Toch, hoe onwerkelijk dat het allemaal ook mag lijken, is het een onvergetelijke tocht. Zo veel dagen afgesloten van de rest van de wereld. Een stuk van de wereld zien waar niemand iets over te zeggen heeft, dat helemaal zijn eigen gang gaat en dat er wanneer wij er niet geweest waren precies hetzelfde uit had gezien. De oceaan met haar wind en golven is er altijd, ook wanneer wij lekker thuis bij de centrale verwarming zitten. Uitzicht naar de horizon dat totaal niet
gehinderd wordt, alleen maar water, golven ontelbaar veel golven. Een uitzicht dat iedere dag hetzelfde bevat maar toch ook iedere keer weer anders is hoe raar dat misschien ook mag klinken. Zeker wanneer de zon ondergaat kunnen er prachtige schouwspellen ontstaan aan de horizon waar we ook uitgebreid van kunnen genieten. Jammer dat deze zo lastig te fotograferen zijn. 
Onze wereld niet groter dan de horizon ver reikt en dat is ongeveer 10 mijl(tenzij je boven in de mast bent want dan kun je veel verder kijken kan ik je zeggen, echter nog steeds alleen maar water gezien), wetende dat achter die horizon nog meer van hetzelfde zit. Tot het moment dat het land er weer aan begint te komen. Aankomen, daar gaat het om. Daarvoor treffen we een dagenlange voorbereiding, werken we ons in het zweet, hebben we allemaal een gebroken nacht, zijn we iedere dag bezig met de positie, koers en snelheid, moet de inwendige mens dagelijks verzorgd worden. Om aan te komen brengen we de dag door met lezen, wat klussen aan het schip, rusten (siësta/werkoverleg), eten en drinken (genieten dus van Coby's kook- en bakkunsten die ook ons dagelijks brood maakt en dat is een heel werk dat zelf bakken, daarvoor zijn we haar dan ook zeer dankbaar), zetten we iedere dag trouw de vislijnen uit en halen ze 's avonds weer binnen tot nu toe zonder resultaat alle pogingen met zelfgemaakte aasvisjes, wel lood geen lood, ten spijt. Twee keer heeft er iets aan de haak gezeten. De eerste met het binnenhalen en dat was te zien aan een verbogen haak, de tweede hadden we bijna binnenboord maar hij (of zij dat weet ik echt niet) wist zich toch van de haak te werken en hopla, daar ging ons avondeten.Wat bleef? De onderkaak van de dorade op het dek!
Inmiddels zijn we aangekomen in Salvador, ook het laatste stukje van de tocht is prima verlopen.
Daarom konden we om 09.15 (lokale tijd) proosten op een zeer geslaagde overtocht en een geweldige ervaring. Daarna was het tijd om het havenkantoor op te zoeken om aan onze verplichtingen te gaan doen. Voor wie niet bekend is met dat soort zaken zal ik het kort even uit proberen te leggen: Wanneer je met je zeiljacht een ander land aanloopt (er aanlegt en aan de wal wil) dan moet je je "inklaren". Dit houdt in dat je je bij verschillende instanties (douane, politie, immigratiedienst, havenautoriteit, medische dienst) moet melden en je moet laten registreren. Per land is dat allemaal anders geregeld maar hier in Brazilië ging het allemaal zo vreemd dat ik het niet kan laten dit te vertellen.
Het begon allemaal met een leuke "havenmeester" van de marina waar we liggen, deze van oorsprong Fransman sprak ook een goed woordje Engels en het was ons al snel duidelijk dat zijn grootste hobby kletsen was. Met zijn nichterige trekjes erbij was het een komiek op zich die ook nog eens de vele Fransen voor liet gaan maar op een dusdanige manier dat het helemaal niet erg was. Hij wist ons te vertellen dat we ons eerst bij de Policia Federal moesten melden en dat we daar per persoon een formulier zouden krijgen waarmee ons verblijf in Brazilië werd geregistreerd. Vooral niet kwijtraken, die heb je ook weer nodig bij vertrek!! We werden al gewaarschuwd dat de persoon die we daar moesten hebben niet de leukste thuis was en we kans liepen om gebeten te worden?? Hierna zou het de beurt zijn aan de Receita Federal (douane), de medische dienst en als laatste de Capitania do Porto (havenautoriteit).
Wij dus 's middags op zoek naar het kantoor van de Policia Federal, uiteindelijk gevonden na bijna een uur gelopen te hebben in de brandende zon. Daar vertelden ze ons doodleuk dat we eerst naar de Receita Federal moesten gaan en dat de door ons gezochte persoon ook daar moest zijn. Wij weer helemaal teruglopen naar de haven want daar was de douane vlakbij weten ze ons daar weer te vertellen dat we eerst naar de Polica Federal toe moeten. Ja ja, zeker weer zo'n eind lopen zeker!! Staan we buiten nog even te discussiëren over wat nu te doen met een aantal fransen die ook wilden inklaren komt er een jonge vrouw langsgelopen die in het engels vraagt of ze ons misschien ergens mee kan helpen. Nou en dat kon ze, eerst haar het hele verhaal uitgelegd en duidelijk gemaakt dat wij even niet meer wisten wat nu te doen. Zij voor ons mee terug naar binnen bij de douane. Bijna een half uur
heeft ze staan steggelen met de beambten daar, af en toe nog iets vragend aan ons. Daarna wist ze ons te vertellen dat er nog een kantoor van de Policia Federal was aan de achterzijde van het gebouw naast de douane maar dat de ingang ervan een stukje verderop was. Morgenvroeg zou de juiste persoon daar zijn en konden we er terecht.
Oef, alweer een klein stapje dichter bij ons doel met dank aan een Braziliaanse schone! Op de terugweg naar de haven echter komen we weer een andere Fransman tegen die ook bezig was met het inklaren en hij wist ons te vertellen dat we het persoonlijke verblijfsformuliertje (en eentje voor het schip) al van de havenmeester hadden moeten krijgen. Nou, daar moesten we toch nog langs dus die papieren gelijk gehaald en ingevuld, dat kwam toch even goed uit, anders waren we de volgende morgen voor Jan met de korte achtnaam naar de Policia Federal gegaan.
De volgende morgen was het kantoor snel gevonden en stonden we nog maar even te wachten tot er een zeer zeer chagrijnige beambte aan kwam rijden (in een vw kever) die buiten de papieren van alle schippers al op volgorde wilde hebben en alleen zij mochten mee naar binnen. Daar aangekomen (dit stuk moet ik afgaan op de verhalen van Arnold en de twee andere, Franse, schippers) ging in zijn kantoor eerst de televisie goed hard aan. Toen bleek het echt een bullebak te zijn die alles precies hard en strak deed zoals hij dat wilde. De eerste Fransman werd hard
naar buiten gestuurd toen de formaliteiten met hem geregeld waren. Hij mocht dus niet in het kantoor blijven wachten tot de andere ook klaar waren. Maar een paar minuten nadat Arnold en de tweede Fransman besloten hadden dat de beambte net een Gestapo lid was kwam er een andere beambte binnen en groette hem met een zeer bekende (niet nader te vermelden) groet uit de tweede wereldoorlog. Zonder blikken of blozen werd deze groet door de hoofdbeambte geaccepteerd als de normaalste zaak van de wereld, waar maak je zoiets nog mee???? De  formaliteiten werden gelukkig snel afgehandeld dus konden we onze tocht voortzetten. Alle crewleden moesten bij de Policia Federal wel meekomen omdat hij ze wel wilde zien, om zeker te weten dat ze er ook echt waren, niemand snapte waarom, maar goed. Het kantoor van de medische dienst was een eind verderop aan de havenkade. Daar aangekomen hebben we meer dan een uur zitten wachten (gelukkig hadden ze airco). Bij de Fransen begon duidelijk de verveling toe te slaan en ze begonnen dan ook de veelvuldig rinkelende telefoons opnemen (ja, in het Frans) of gingen met de stempels zitten spelen. Daar zijn de autoriteiten nogal op verzot hier, evenals officieel uitziende papieren, inhoud sterk ondergeschikt aan uiterlijk, stempels en handtekeningen! Toen er eindelijk iemand doorhad dat we er zaten te
wachten om geholpen te worden, we waren op zoek naar natuurlijk een stempel, dat aangaf dat we ingeënt zijn tegen gele koorts Blijkt de medische dienst in staking te zijn, hebben we dat weer. Wel kregen we een of ander formulier mee, voor ons onleesbaar en daarmee was de zaak afgewerkt.
Op naar de douane waar we snel en behulpzaam geholpen werden. Echter, die waren we nog niet tegengekomen dus het kon niet lang uitblijven, de computer deed het niet.. Er werden fotokopieën gemaakt van alle documenten en 's middags om 2 uur zouden we alles weer op kunnen halen. Tijd voor een welverdiende siësta dus, het is hier overdag veel te heet voor een doorsnee Nederlander. Dan speelt bij mij echt meteen de lekke koppakking weer op!!
 Ach, die kou in Nederland is ook niet alles denken we dan maar, 'k zal me in het vliegtuig alvast goed inpakken anders raak ik in de buitenlucht straks gelijk onderkoeld.
Maar goed, om 2 uur stonden wij weer even vrolijk bij de douane en werden we vriendelijk geholpen. Een paar formulieren en wat handtekeningen later, er werd niet eens gekeken wie er tekende maar dat terzijde, konden we op weg naar de laatste hindernis op de inklaarbaan. De Capitania do Porto, ofwel de havenautoriteit, in een prachtig groot wit gebouw aan de haven. Niet vaak heb zoiets gezien, hier worden alle tradities nog helemaal in ere gehouden. Bewaking en alles in keurig nette uniformen compleet met bijbehorend hoofddeksel. Regelmatig is er een bericht via de omroepinstallatie van het terrein te horen gevolgd door een gefluit op bootsmansfluitjes. Wat er dan precies te doen is begrijpen we nog steeds niet maar we vermoeden dat het voor de wisseling van de wacht is. Voor de toeristen worden dit soort scènes op andere plaatsen ook nog wel opgevoerd maar hier is het echt bittere ernst en mag er echt geen toerist komen kijken.
In het juiste deel van het gebouw aangekomen werden we na enige tijd wachten geholpen door een volledig Portugees sprekende beambte die voor ons, jawel alweer ja, een aantal formulieren had die ingevuld moesten worden. Of we even aan wilde geven op welke frequenties onze radio-installaties kunnen werken. Ja zeg, we zijn al blij als we het merk uit ons hoofd weten! Naar eer en geweten hebben we het maar ingevuld en dit bleek ruim voldoende te zijn. Zonder er ook maar een blik op te werpen werd alles (inclusief scheepsdocumenten, paspoorten van de gehele crew
en de verblijfsformuliertjes) gekopieerd en in een map opgeborgen. Over een halfjaar (maximale tijd die een toerist mag verblijven in Brazilië) mag Arnold ze duidelijk gaan maken dat hij in die tijd een bemanningslid verloren is want ik hoop binnenkort weer naar huis te kunnen vliegen. Hiermee was wel de laatste stap gelukt van het hele verhaal, alleen moeten Arnold en Coby alsnog een keer een stempel voor gele koorts gaan halen bij een niet stakende medische dienst omdat een Fransoos zo "niet slim" was om dit tegen de beambte van de havenautoriteit te vertellen. Een typisch geval van slapende honden wakker maken noemen wij dat! Dus na anderhalve dag, een hoop wachten, een dik pak formulieren, stempels en handtekeningen rijker zijn wij en het schip dan toch officieel in Brazilië, daar hebben we dan ook een goede pint op gedronken. Zeer belangrijk ook, goed drinken met dit warme weer hier.
Overdag loopt de temperatuur van 25 graden om 7 uur (de dag begint hier altijd al vroeg daar het om 6 uur al volop licht is) naar een ruime 30 tot 40graden overdag in de schaduw wel te verstaan. Dus in de zon waag ik me zo min mogelijk. Mijn indrukken van de korte tijd die ik hier nu ben is dat Salvador een gigantisch grote stad is met een mooi historisch centrum, het weer voor mij te warm is (het is hier ook zomer dus dat zal wel meespelen), de mensen vriendelijk zijn en je uit zichzelf willen helpen. Zo treden ze ook vaak onverwacht als tolk op (Portugees is erg lastig en ze spreken hier echt niet allemaal een woordje Engels), zijn er mega veel stalletjes en andere verkopers op straat te vinden en hebben we (even heel hard afkloppen) nog niets gemerkt van de criminaliteit. Echter is dit een zeer vertekenend beeld van het land omdat ik maar een zeer beperkt deel gezien en meegemaakt heb. Toch zou ik het absoluut niet hebben willen missen en is het ook niet zo erg dat ik pas vandaag (zondag) 's avonds terug naar huis ga vliegen. Even een paar daagjes Brazilië opsnuiven is echt niet verkeerd hoor al was het wel weer heel erg wennen aan het land (na vele jaren weer eens het gevoel gehad dat de grond bewoog tijdens het lopen zonder alcohol op te hebben:) en de drukte van de stad. Een ding is wel zeker hier, het is echt een stad die bruist van het leven, overal beweging, auto's, mensen, verkopers, muziek en bootjes die af en aan blijven varen.
Hierbij ga ik mijn verhaal afsluiten, genoeg geklets van mijn kant. Ik kijk er toch ook echt wel weer naar uit om een aantal van jullie allemaal terug te zien. De tijd hier aan boord is voorbij gevlogen hoor maar er is een tijd van komen en een tijd van gaan, de tijd van gaan is nu voor mij gekomen dus ik zeg,
Adeus Brazil,
 
Nicky

Zo, dat was een hele hap leesvoer en hoop dat jullie er van genoten hebben. Ik vind dat Nicky het allemaal prima verwoord heeft. Voor ons was het heel prettig hem aan boord te hebben gehad en de 4 weken samen met hem zijn omgevlogen.
Nicky, bedankt en tot een volgende keer.
 
Arnold en Coby
6 maart 2006

Geen opmerkingen:

Een reactie posten