dinsdag 17 juli 2012

Nov. 2005 Oversteek van Canarische Eilanden naar de Kaap Verden

 November 2005
 
Oversteek van Canarische Eilanden naar de Kaap-Verden.


Zaterdag 12 november. Dag Gomera! Cabo Verde here we come!
Goed, ik weet dat dit een beetje naïef is om te schrijven omdat ze daar echt niet op ons zitten te wachten. Het is natuurlijk niet zo dat wij het daar even gaan veroveren, nee, dat niet. Het is meer van eindelijk onder zeil te gaan en dat geldt zeker nu een andere wereld binnen komen en ontdekken. We gaan Europa verlaten en varen naar het Afrikaanse continent. De laatste handelingen nog, alles vast en op zijn plaats gestouwd. Ik heb vlees voor een week en nasi voordrie dagen klaar gemaakt. Nu kan het nog. Meteen ook beginnen met het innemen van reistabletten tegen zeeziekte. Elke acht uur een. We hebben nog even palaver gehouden met Paul en Mariëtta en afgesproken op welke tijden we contact met elkaar zullen opnamen via de marifoon en de SSB radio. Afspraak is dat wie van ons het eerst aankomt in Mindelo koffie zet en het eerst kookt. Arnold en ik nemen eerst nog even een duik hier in de baai. Dan nog een kopje koffie. We nemen al roepende afscheid van de andere boten die ons misschien achterop komen en later uitvaren. Nu is het 14.00 uur en we vertrekken. We zetten het grote voorzeil, de genua, uit in de hoop te kunnen zeilen. De wind is onberekenbaar hier rondom het eiland zolang we er niet van los komen. Veel valwinden. Voorspeld is noordoosten wind kracht 4 á 5 of zo’n 15 tot 20 knoop. De eerste uren zijn we druk met de zeilen en alles wat nog rammelt een beter plaatsje te geven. Het ene moment komt de wind van rechtsachter om vervolgens weer van linksachter te komen. Motor aan, motor uit! De rust zal nog moeten komen.
We hebben daar ook de tijd voor. er zijn 795 nautische mijlen te gaan en we schatten de oversteek op een week. We hebben de koers uitgezet op Mindelo op het eiland Saô Vincente. Daar moeten we eerst inklaren, om vervolgens weer snel naar een ander eiland te varen. De Nije Faam van Paul en Mariëtta volgt ons gedwee. Het eiland blijft lang in zicht en ineens zien we El Hierro liggen tegen een zonnige achtergrond. Rechts achter ons zien we nog net de top van de vulkaan de Teide op Tenerife. We stoten overal tegenaan omdat de boot erg rolt door de hoge deining en de golven. Onder al dat bruin kleuren de blauwe plekken zich langzaam af. Het is wel weer wennen. We zien een prachtige zonsondergang. Spectaculair! De zon is pijnlijk oranje en zij zakt te snel achter het gebergte van El Hierro weg. De felle stralen staan, nadat de zon achter de kim is verdwenen, naar boven gericht. Het lijkt wel een schilderij. Het wordt snel donker en we blijven de strepen verlichting van de dorpjes en stadjes hoog in de bergen nog lang zien. We horen de grote veerpont van Fred Olsen eerder dan we hem zien. Hij komt echt van verre aandaveren. Hij breekt door de onzichtbare lijn tussen de Nije Faam en Drifter.
Zondag 13 november
Mijn wacht gaat in om 24.00 uur. Voordien heb ik slecht geslapen omdat ik heen en weer lig te rollen in mijn kooi. Er staat buiten een flinke deining en achter het schip in het licht van de maan zijn het giga golven en dalen. De slingerzeiltjes zijn gespannen om niet uit de kooi te vallen. In deze wacht schrijf ik een aantal brieven. De nacht is zo voorbij en ik voel me erg gelukkig dat we dit kunnen doen. We raken steeds meer ingeslingerd. Nu het slapen nog.
We hebben nog steeds alleen de genua uitstaan. In mijn wacht moet ik regelmatig bijsturen omdat de windvaan niet goed werkt. Dit komt doordat er te weinig wind staat en deze van achteren komt. De windvaan houdt Drifter niet goed op koers. De windvaan hangt achter het schip en is een zelfstuurinrichting en doet dit via de wind. Dan hebben we ook een elektrische stuurautomaat. Deze is gekoppeld aan het kompas maar vraagt wel stroom. De derde mogelijkheid is handsturing. Wij dus. Deze informatie even voor de niet ingewijde onder ons. We gaan ook maar 1,6 knopen over de grond. De maan staat bijna op haar volst aan de enigszins bewolkte hemel. De sterren zijn goed te zien en verplaatsen zich hoger en verder naarmate de nacht vordert. Ik luister naar de cd van MTV-unplugged (van Nicky gekregen). Goed hard in mijn oorschelpen zodat ik kan dansen…. bewegen! Heerlijk! Arnold ziet later in zijn wacht een lichtje van een zeilboot en een groot zeeschip komt dicht bij langs. Het blijft goed uit kijken.
Vier uur wacht gaat toch sneller voorbij dan ik verwacht had en voor ik het weet is het tijd voor Arnold om het over te nemen. Arnold zet meteen de motor bij en rolt de genua in. Na 1 uur komt er weer wat wind en kan het zeil er weer op. De motor blijft wel bijstaan zodat ik weer erg slecht slaap. In de ochtend is het grijs en gaat het regenen. Een echte Hollandse bui. Ook Arnold slaapt later slecht. We moeten echt wennen aan het bewegend leven aan boord. Nog 629 mijl te gaan. Mijn wacht zit er weer op.Welterusten en voor iedereen gezond weer op.

Maandag 14 november
We realiseren ons dat het maandagmorgen is, voor ons en ook voor het werkende volk. Wij voelen dit toch wel even anders! Geen wind om te zeilen. Motoren dus! Vanmiddag om 1uur contact gehad via de SSB-radio met Chris in Nederland. Wat is dat toch leuk om onderweg met iemand te kunnen praten en wat nieuwtjes uit te wisselen. Ook hebben we regelmatig contact met Mariëtta en Paul van de Nije Faam. Zij zijn tegelijkertijd met ons uitgevaren. Het contact gebeurt op de afgesproken tijden. Wat uitwisselen van de coördinaten en of alles wel is aan boord. Ik ben maar weer eens aan het borduren geslagen, de Kerstkaarten moeten wel op tijd gemaakt worden. En we lezen wat af. Is het mogelijk om doorzitwonden te krijgen van dat vele zitten? Nou ja, rondje boot schiet ook niet echt op. Vannacht maar weer eens de muziek aan zetten en dansen. Heb ik toch wat beweging!
Mijn nachtwacht. Het is nu 03.46 uur in de nacht en buiten is het rustig. Binnen hoor je de motor ronken. We noemen het ons ijzeren zeil. De gehele dag en nu in de nacht wordt er gemoterd. Er staat geen spatje wind, vandaar. 1½ uur geleden had ik het even druk omdat rondom me heen een aantal lichten te zien waren die ik niet allemaal kon thuis brengen. Achter ons verdween langzaam het licht van een zeilboot die we om 12 uur aan stuurboord passeerden. Vóór ons ook een zeiljacht dat we naderden. Ik heb even de koers verlegd om te kijken of het de Nije faam was met
Paul en Mariëtta. Nee dus. Linksachter 2 lichten van een oceaanschip. Even peilen en in de gaten houden. Recht voor me een oranje knipperlicht! Wat? Dat kan helemaal niet! Gelijktijdig met rood en wit licht. Hoezo? Oversteekplaats? Hiervoor maak ik Arnold wakker die heerlijk lag te pitten. Nodig? Misschien niet, maar je weet nooit. Ik kan die knipperlichten niet plaatsen en we varen er 3 mijl langs. Dit is later te zien als Arnold inmiddels de radar aan de praat heeft gekregen. In eerste instantie was er geen echo op te zien terwijl we duidelijk buiten het schip konden waarnemen. Het wordt langzamerhand duidelijk dat we het ruim passeren, dus niets aan de hand. Waarschijnlijk een groot vissersschip met een enorm sleepnet achter zich. Heel de oceaan wordt op die manier
leeg geveegd. Verschrikkelijk! Tjonge, jonge heel de nacht niets en dan opeens een drukte van jewelste. Heb ik liever niet. Ik word daar nerveus van en als dan ook de radar het niet doet krijgt Arnold er van langs. Niet terecht, ik weet het! Maar verdomme, het lijkt wel of er niets meer werkt! De marifoon doet het wel of niet? De naftex, daarvan is de antenne niet goed, de generator is op sterven na dood, het lampje op het kompas werkt
niet evenals het wijzertje van de roerstandaanwijzer. Genoeg dus om me zorgen over te maken. Wat is dat toch? Allemaal slechte contactjes? Vocht, zout? Afijn, de motor ronkt lekker door ook al willen we liever zeilen.
Er staat een hoge deining. Wij gaan er vanzelf op mee. Dieptes en hoogtes. De ene keer zien we weinig van de horizon en de andere keer zitten we op het topje van de golf. Ik zal Arnold maar even langer laten slapen….en later een lekker bakje soep maken….schuldgevoel? Ik heb net Paul gehoord via de marifoon. Hij op kanaal 16. Ik denk niet dat hij mij hoorde antwoorden. Misschien komt dat wel weer als we wat dichter naar elkaar toe varen. De cd van Paul Simon, Graceland is geweldig om in de nacht te horen en er op te dansen. Swingt de pan uit. Als er maar geen walvis
te dichtbij nieuwsgierig komt kijken! Zo in het halfdonker zou ik me een kleine hartverzakking kunnen schrikken.
Nog 511 mijl te gaan volgens de GPS. Welterusten en voor iedereen gezond weer op!
Ps. Mariëtta en Paul hebben gistermiddag een school dolfijnen gezien en een walvis. Mariëtta was binnen en rook een sterke stank. Ze dacht eerst dat Paul een scheet gelaten had. Buiten zag ze de walvis spuiten. Het blijkt dat die beesten behoorlijk kunnen ruiken. Stinken dus! Wat voor walvis het was konden zij niet vaststellen, daarvoor verdween hij te snel. Om jaloers op te worden. Wij hebben twee stormvogels gezien en geen vis gezien, laat staan gevangen. Zo kunnen we onze rookoven nooit uitproberen!

Dinsdag 15 november
Om 8uur sta ik op voor mijn ochtendwacht. Deze begint met een dubbele regenboog die overgaat in een enkele. Mooi hoor, das nog eens een goede morgen! Grote regenwolken om ons heen, waar soms een zware bui uit blijkt te vallen. Tot nog toe duiken we er tussen door. Imposante luchten trekken aan bak- en stuurboord ons voorbij. Arnold ligt boven op de bank te slapen met de eierwekker afgesteld op ieder kwartier. Nog 5 minuten te gaan, ik laat de wekker eerder aflopen. Hij moet maar wakker worden vind ik, is veel gezelliger. Ik zie linksvoor een zeilschip en denk dat de Nije Faam ons heeft ingehaald. Arnold twijfelt. We zullen zien. Na een tijdje zien we het schip op ons afkomen en Arnold roept op via de marifoon. We horen Paul luid en duidelijk doorkomen. Hij kwam even kijken of er iets gaande was omdat wij veel langzamer gingen. We hadden een tijdje de motor terug gedraaid omdat er weer wind kwam en het zeil zijn werk kon doen. Anders gebruiken we onnodig teveel diesel en het is wel de bedoeling om op de Kaap-Verden te komen. De weerberichten die wij ontvangen (grib-files) geven aan dat de wind wel weer NO wordt maar niet meer dan 5 á 10 knopen zal waaien. Zuinig aan dus met de diesel. De middag verloopt rustig. Weinig wind. Het ijzeren zeil blijft aanstaan.
Paul vertelt ons dat zij vannacht een lange dunne grijszilveren vis hebben gevangen van ongeveer 70 cm. Deze heeft een grote lange bek met vlijmscherpe tanden. Een echte rover dus. Volgens ons hebben we die vele malen op de markt in Portugal kunnen aanschouwen. Wel dood dus…. Dat doet me denken aan die keer dat ik alleen op de trappen zat in een dergelijke vismarkt en niet genoeg kon krijgen van de handel aldaar. Ik kan daar echt van genieten en de vislucht neem ik voor lief. De tonijnen werden met haken binnen gesleept. Wat een joekels! Ik hoop niet dat wij op een gegeven moment ook zo’n grote aan de lijnen krijgen. Dat zal een heus gevecht worden en ik ben bang dat het voor de vis een gewonnen ronde wordt en wij onze lijn daarbij verspelen.
Sommige vissers weten hun waar wel heel vreemd aan te prijzen. Een wat raar ogende visser roept iedereen aan met een dwingende pst…pst… om toch maar bij zijn kraam te kopen. Ik schrijf wat raar ogende visser omdat hij erge O-benen heeft en zijn laarzen te hoog zijn. Dit geeft aan de bovenkant van de laarzen een wat vreemde aftekening. Daarbij heeft hij lang vet krulhaar. Zijn voorschoot van plastic zit vol bloed en vuil. Niet echt aantrekkelijk om juist bij hem te kopen. Gelukkig denken daar verschillende mensen anders over. Als hij de mensen niet weet te lokken, steekt hij achter hun rug zijn middelvinger omhoog. Stiekem moet ik er toch wel om lachen. Bij een bergje schelpen laat hij de kopers in de waan dat deze vers zijn. Ja, de voorste zijn dat inderdaad. Als niemand in de buurt is graait hij vanonder de kraam in een zak en vult de schelpen aan de achterkant aan. Bij iedere koper weet hij vliegensvlug vanaf de achterste stapel de plastic zak voor de klant te vullen. Vers of minder vers? Ik let ook op een andere visserman die lange grijszilveren vissen aan de man (of vrouw) brengt waarover ik eerder schreef. Een vrouw koopt deze bij hem en zij wijst aan welke zij het liefst heeft. De vis ziet er goed uit en ik heb geleerd om bij vissen achter de kieuwen en naar de ogen te kijken om er de versheid aan af te zien. Ook deze vrouw gaat daar op af. De vis wordt in stukken gesneden en de kop gaat bij het afval onder de kraam. Als de vrouw heeft afgerekend en weggaat pakt de visserman de kop en haalt er de ogen uit. Bij een andere vis gebeurt hetzelfde en daar stopt hij de heldere ogen in terug. Ik wrijf in mijn ogen omdat ik niet geloof wat ik zie. Dit herhaalt hij meerdere keren, dus ik twijfel niet aan mijn eigen heldere ogen. Zo wordt je toch gepakt waar jezelf bijstaat. Het is bijna niet te geloven, toch? Ik zat erbij en keek er naar! Ik zie dat er ook wel eerlijke verkopers staan en zij hebben dan ook genoeg klanten. De autochtonen staan er in de rij. Niet voor niets dus.
De wind weet niet goed uit welke kant hij moet waaien en het zeil, de genua klappert behoorlijk. Even afwachten! En dan krijgen we een flinke bui over ons heen. Gauw het zeil een stuk inrollen en naar binnen. Later laat de wind het weer afweten en gaat de motor weer aan. Zo varen we langzaam bij gemiddeld 3 á 4 knopen. We hebben weer contact met Paul en Mariëtta via de marifoon. Zij vertellen ons te eten van een gevangen vis. Een gigant van een dorade hadden zij aan de lijn. De vis is inmiddels gerookt en bijna verorberd. Wij watertanden bij de gedachte. Ook wij hadden beet, maar op het moment we naar de lijn lopen zien we de lijn weer los trekken. Een teken dat de vis er vandoor is met of zonder lijn. Deze keer hangt het nepaas er nog aan maar de drietandhaak is goed verbogen. Het is een flinke jongen geweest. Helaas, geweest! Wij trekken aan het kortste eind.
Ook vertellen zij weer walvissen gezien te hebben. Wij varen achter hun op zicht afstand en wij hebben echt niets gezien. Ja, wel een lege plastic fles en een meter onder water een drijvende plastic zak! Volgens ons denken zij steeds iets te zien en is het wishful thinking van ze. Wij verdenken ze van oases te zien in de oceaan! Arnold heeft ik weet niet hoe lang voor op de preekstoel gezeten! Maar mooi niets! Wij snappen er niets van. Het kan zijn dat we overal overheen kijken omdat we een stuk hoger zitten! Ja, ja….
De nachtwacht van 24.00 tot 04.00 besteed ik aan het bestuderen van de sterrenhemel aan de hand van een verschuifbare schijf. Orion en de tweeling, Castor en Pollux zijn goed te zien. De hemel wordt belicht door de volle maan. De planeet Mercurius staat ertussen als ik het allemaal goed heb. Het uitwerken van deze flessenpost is inmiddels ook een nachtwerkje geworden. Ik maak het mezelf niet gemakkelijk en heb veel aan mijn hoofd. Of beter gezegd, op mijn hoofd. Met het lezen en typen heb ik een bril nodig. Voor de juiste belichting rode koplamp op mijn voorhoofd, voor de muziek een koptelefoon en een muts. Waarvoor die muts dient weet ik niet omdat het helemaal niet koud is! Ieder kwartier ga ik boven kijken hoe alles er bij staat en of er eventuele lichtjes zich op onze koers begeven of erger, onze koers kruisen. Dus alles weer af. De  koptelefoon wil ik wel eens vergeten en dan hangt de cd-disc aan het draadje en wordt ik terug getrokken. Boven gekomen zie ik niet altijd meteen iets omdat ik de lamp vergeet weg te draaien en last but not least mijn leesbril die ik nog op heb. Dat doet zeer als ik de verrekijker pak om de sterren van wat dichterbij te aanschouwen. Wat een gedoe! We doen dit toch echt voor ons plezier!? De cd van Bob Dylan; “Time out of Mind” begeleidt me deze nacht. Goed hard…….. Daarna Stef Bos. Prima muziek zo midden in de nacht. Nog 445 mijl te gaan! Er is helemaal geen ander schip te zien deze nacht. Welterusten. En voor iedereen gezond weer op!

Woensdag 16 november
De zonsopgang was volgens Arnold spectaculair, zodat hij er foto’s van heeft gemaakt. Prachtige zware witte en grijze wolkenpartijen. Onder die wolken hangen regenbuien. We zien ze als watergordijnen in de oceaan terecht komen. Als ik om 8 uur op kom staat er een regenboog, nee, zelfs weer twee. Deze keer erg fel en alle kleuren onderscheiden zich duidelijk. Goedemorgen, prachtige wereld!
Ik heb het meteen druk met het omzetten van de genua van stuurboord naar bakboord. Met de hulp van de lieren lukt het me goed. De spinakerboom geeft geen problemen. Dan na een kwartier draait de wind en het zeil schavielt behoorlijk langs de verstaging. Niet echt leuk om te zien en te horen. Dat betekent ook dat het zeil weer terug op de boom aan stuurboord gezet moet worden! Verdikkeme. Ook deze keer lukt het me zonder ongelukken. Ik kan meteen mijn trui uit doen en zit in mijn topje uit te puffen. Ik wil meer doen en besluit om nog een vislijn aan elkaar te frutselen met een namaak inktvis en zorg dat er speling op de 50 meter lijn zit door een elastiek aan de reling te bevestigen met een houtje dat hopelijk gaat klepperen als we beet hebben. We hebben inmiddels halve wind en de genua moet nog strakker. Ik maak Arnold wakker zodat hij even kan kijken of alles er goed bijstaat.
Om 10 uur weer contact met de Nije Faam. Weer gezellig kletsen en elkaar op de hoogte houden van koers en snelheid. Wij zien hun zeiltje heel even op de top van een flinke deining. Volgens Paul op 6 mijl afstand. Zij vertellen weer een walvis gespot te hebben.
Met een bakje koffie gaan Arnold en ik voor op de rubberboot op het dek zitten en speuren de oceaan af op eventueel dierlijk leven. We kijken beide naar stuurboord en ineens heb ik het idee dat achter ons aan bakboordzijde de dolfijnen en walvissen zich kapot zitten te lachen om ons. Ik zie in gedachten dat ze hun vinnen voor hun mond houden om niet in schaterlachen uit te barsten. Ik kan het niet laten om toch even achterom te blikken! Gelukkig……….niets!
We zien wel hout voorbij drijven, een plastic fles, nu met groene dop en iets geels. Wij verzinnen dat het een zwemmer is met een gele badmuts. Later vertelt Mariëtta dat zij een gele pet voorbij hebben zien komen. 6 mijl na ons! Wij vragen of er geen zwemmer onder zat. Nee? Dan heeft die ene haai die Paul achter hun boot heeft zien zwemmen beet gehad!! Twee zeezwaluwen trekken wel voorbij, dat is alles. Ik ga achterop zitten zodat ik het allemaal nog beter kan zien. We zien niets door het wateroppervlak breken. Uit frustratie en om wat te doen te hebben controleer ik de vislijn. Ik haal de lijn binnen en heb beet! Een goudgeel met blauw gekleurde dorade. Ik denk eerst dat het een kleintje is omdat het binnen halen wel heel makkelijk gaat. Als hij even boven water hangt gaat hij behoorlijk tekeer en ik kan hem met moeite houden. Arnold is op zoek naar iets dat voldoet om de vis meteen uit zijn lijden te verlossen. Hij vindt een zware vijl!! En slaat daarmee de dorade flink om de oren. Het verdient allemaal geen schoonheidsprijs en het bloed stroomt langs
de kop. Ik heb een tijd geleden een prachtige grote viszak met allerlei verschillende vakken gemaakt en daar zit de bijl in en allerlei andere zaken om zo’n vangst binnen te halen. Maar ja, die ligt ergens beneden. Een reden temeer om deze binnen handbereik op te hangen aan de reling. Arnold maakt de dorade schoon nadat we hem gewogen en gemeten hebben. 46cm en 800 gram. We hebben een flinke rookdoos maar de staart moet er toch af anders past hij niet. We genieten een heerlijke lunch met een glas wijn. We hebben tenslotte genoeg om op te toosten. In de eerste plaats toosten we op de gerookte vis, we hebben inmiddels de helft van de mijlen afgelegd en zijn de Kreeftskeerkring, 230 27’, gepasseerd en daarmee de tropen binnen gevaren. Geweldige dag, zelfs als het in de namiddag dichttrekt en de buien zich over ons neerstorten. Even voor het donker wordt zien we de eerste groep dolfijnen bij onze boot opduiken. Het zijn de gevlekte grote dolfijnen en zij zijn behoorlijk speels. Het is een groep van 10 tot 15 exemplaren. Hé, hé, eindelijk!
Om 24.00 uur als ik de wacht overneem zie ik dat de Nije Faam ons aan bakboord is gepasseerd. Zij hebben meer zeil opstaan en gaan met deze wind iets sneller. We gaan toch nog 4.5 knoop. Helemaal niet slecht. We zijn al gauw tevreden! Ook vannacht weer geen ander schip te zien. Ik bestudeer de sterren aan de hand van sterrenschijf en boek en ontdek Cassiopeia. Orion en tweeling staan een stuk hoger zoals ook de maan die deze avond na de zon opkwam. Dat was de
vorige dagen anders. De maan stond al enige tijd aan de horizon terwijl de zon nog onder moest gaan. Het is heel leerzaam en een leuke tijdbesteding om zo met de sterrenhemel bezig te zijn. Er zijn beduidend minder sterren en sterrennevels te zien omdat de maan vol aan de hemel staat. Ook aan beweging ontbreekt het me niet als ik de cd opzet van Direstraits en van U2. Nog 360 mijl te gaan. Welterusten en voor iedereen gezond weer op.
Donderdag 17 november
O, jee, het is weer 24.00 uur en mijn wacht gaat in. Arnold heeft weer een kop choco klaar staan. Iedere nacht weer hetzelfde ritueel. Als Arnold opkomt heb ik voor hem een cup of soup klaar staan en roggebrood met kaas gesmeerd. Dan praten we even de afgelopen wacht door en ga ik snel te bed. Dit wordt o.a. bedoeld met in het ritme komen na de eerste dagen. Ik snapte eigenlijk nooit wat dat precies betekende, in je ritme komen. Als ik het las in boeken of tijdschriften vond ik dat abstract en had er dus geen gevoel bij of idee van. Het betekent gewoonweg dat je je over kunt geven aan de andere structuur van dag en nacht, de bewegingen van de boot, het leven op een klein oppervlak, kortom, het dag en nacht doorgaan en daar je plek in vinden. Het gaat na een paar dagen vanzelf. Het lijkt een tweede natuur om op de deining mee te gaan zonder er spierpijn en blauwe plekken aan over te houden. Er vinden wel huishoudelijke veranderingen plaats zoals brood bakken, vislijnen uitzetten, de hopelijk gevangen vis schoonmaken en roken, bakken, smoren etc. De voorraad controleren, etenswaren nakijken op bederf en eventuele ongewenste beestjes zoals in de bloem en meel. Wassen met de hand……en ontspannen en genieten. Dus in wezen leven we niet echt anders dan jullie daar in Nederland. Wij zitten wat dichter op elkaar, gaan alleen wat meer op en neer en het weer is hier op de oceaan nu veel aangenamer en we zijn daar ook directer bij betrokken. Tropische temperaturen met een lekker fris windje.
Vandaag een heel rustig dagje. Niets aan de zeilen hoeven te veranderen. De wind trok wat aan en we liepen gestaag 4 á 5 knopen over de grond. Dit volgens de GPS. Het log onder de boot die de snelheid door het water meet zit weer eens een keer vast. Er zullen vast en zeker zeepokken aan vast zitten.
We hebben vandaag niet echt aan waterwacht gedaan om dolfijnen en walvissen te spotten, dus ook niets anders gezien dan een verdwaalde zeezwaluw of stern. Ook een soort van fladderend oceaanvogeltje gezien. Dartelend over de golven. Het leek erg verstoort door onze aanwezigheid. Nou ja, zeg! De oceaan is groot genoeg voor beide denken we.
Tijdens het contact maakte Paul ons lekker door te vertellen wat zij gegeten hebben. Verse gepaneerde gebakken dorade, gebakken aardappeltjes en jawel, echte Nederlandse appelmoes. Wij hadden net gegeten en bij lange na niet zo lekker! Tortilla Espanôl (Spaanse aardappelschotel), draadjesvlees of met andere woorden stooflapjes, erwtjes en vruchtenyoghurt met mandarijn als toetje. Waarom ik jullie nu verveel met het benoemen van wat we eten komt voort uit het naar een maaltijd toeleven, één van de belangrijkste zo niet hèt hoogtepunt van de dag. Héél belangrijk dus, vandaar! Wij vertelden hun gelukkig genoeg appelmoes aan boord te hebben doordat Ma in het verzorgingshuis iedere dag de moes uit haar mond spaarde vanaf het moment dat zij hoorde dat wij met wereldreis gingen. Geweldig toch?
Tijdens ons Nederlands rondje op de SSB radio hoorden we van verschillende Nederlandse schepen die allen onze kant opkomen. Verschillende waren nog in de nabijheid van de Canarische eilanden en het was hun eerste dag van de oversteek. Geen of nauwelijks wind. Ook andere mengden zich in het gesprek en bleken net als wij al een eind verder te zitten, net als wij. Tjonge, jonge er gaan er heel wat naar de Kaap-Verden. En dat alleen de Nederlanders nog maar.
Zal dat ene snel geïrriteerde oceaanvogeltje niet echt leuk vinden! Leuk om al die Nederlanders te horen en straks te treffen op de Kaap-Verden. Ook hoorden we dat de Volvo-Oceanrace is gestart en zij binnen korte tijd ons met die giga schepen voorbij zullen stuiven. Benieuwd of we er iets van te zien krijgen. Zij gaan echt hard. In de tijd dat wij de hand omhoog doen en zwaaien zijn zij al voorbij! Lijkt me geweldig om even in dat veld van racers te zitten en de bezemwagen te zijn.
Mijn wacht gaat in en deze besteed ik weer aan sterrenkunde, luisteren naar de cd van BB King samen met Eric Clapton; “Riding with the King” en later Van Morrison. De heupen worden al losser! En niet te vergeten ieder kwartier om me heen kijken naar eventuele oplopers terwijl ik de mail schrijf. Niets te zien dan de maan en sterren. Ik heb Sirius gespot oftewel de hondster! Zo mijn wacht zit er weer op. Nog 265 mijl te gaan. Welterusten en voor iedereen gezond weer op.
Vrijdag 18 november
Mooi, de zon is er weer ook al is het bewolkt. We hebben nog steeds 10 á 15 knopen wind en gaan gemiddeld 4.5 knoop. Tijdens het radiocontact met de Nije Faam horen we dat Paul weer een dorade heeft gevangen. Ik ga toch bij hem te raden en geef uitleg over onze vismaterialen en of het anders moet. Ik moet wel iets veranderen omdat anders de lijn kan doorschavielen. Heb ik weer wat te doen. Na de koffie gaan Arnold en ik aan de slag om de kotterfok van de giek te halen en er bij te zetten. Dat heet de kotterfok te loevert zetten.De wind komt teveel van opzij zodat het zeil steeds naar binnen slaat. Dus maar weer strijken. Daarna aan de slag om het grootzeil erbij te zetten. Ook dat is geen aanwinst en na 2 uur is het weer als vanouds en staat alleen de genua uit. Dit heet ochtendgym! Tijdens de lunch bak ik pannenkoeken. Dat oer Hollandse zet ik voort tijdens het warme eten. We eten hachee, gekookte piepers en appelmoes. De mandarijn als nagerecht komt dan wel uit Spanje maar eten we als Hollanders het liefst met Sinterklaastijd. Dus ook dat streven we na. Als de zon weer ondergaat zien we aan de horizon twee gekleurde brede stroken verschijnen, groen en rood. Dit natuurverschijnsel hebben we nog niet eerder gezien. Prachtig! Ongeveer 1½ uur later zien we een fel oranje maan opkomen. Het lijkt met de donkere wolken op de achtergrond een grote brand. Ook weer een prachtig fenomeen.
Feestje! We zien op de display van de gps dat we vanaf vertrek uit Nederland precies 5000 zeemijlen hebben gevaren. Ook hiervan een foto gemaakt.
De tijd voordat mijn wacht begint kan ik niet slapen. Het schip rolt behoorlijk van links naar recht. Er staat een hoge deining die voor heel wat ongemak aan boord zorgt. Alle wat vast stond is weer los komen te staan en het is een lawaai van jewelste. Alles wat inmiddels een eigen vast plekje had gevonden is weer los komen te staan en iedere keer dat er een kastje open geschoven wordt komt alles dus ook datgene je niet nodig hebt spontaan mee. Soms worden we al staande spontaan gelanceerd. Daarmee heb ik mijn arm weer behoorlijk geblesseerd doordat ik me staande wilde houden en mezelf afzette om niet te verdwijnen achter het toilet. Het is iedere keer weer een acrobatische toer om boven naar de kuip te kruipen onder dit soort omstandigheden. De chocolademelk (ook al zo Hollands) houden we nog maar net in de kopjes! Gelukkig hebben we overal antislipmatjes liggen want werkelijk alles zeilt door de kajuit. En dit doen we allemaal vrijwillig en voor ons plezier! 
Buiten gekomen kan ik niet veel aan sterrenwacht doen omdat het bewolkt is. De maan wordt iedere dag weer een stuk kleiner en komt steeds later op. Wij zijn bewust een aantal dagen voor volle maan vertrokken voor deze oversteek omdat het dan in de nacht niet zo stikdonker is. Het lijkt dan ook vaak alsof er een lamp is ontstoken, zoveel licht de maan ons bij. Ik draai vannacht alleen maar muziek van vrouwen; Eva Cassidy, Kim Carns, Mathilde Santing en Ilse de Lange. Ik heb slaap en ben moe, vandaar geen humor……Het is pas 2 uur en ik heb nog twee uur te gaan. Nog 166 mijl te gaan. Welterusten en voor iedereen gezond weer op. Wij waarschijnlijk met nieuwe blauwe plekken!
Zaterdag 19 november
De deining is nog steeds erg hoog en heel vervelend. Ons lichaam wringt zich in allerlei bochten waarbij spieren gebruikt worden waarvan ik tevoren het bestaan niet wist. Gemangeld en ontwricht proberen we onze zit te vinden en ons verder zo weinig mogelijk te verplaatsen, zo komen we deze dag wel door. Het kost enorm veel energie en de vermoeidheid slaat toch wel toe.
Met wat kunst en vliegwerk zet Arnold de vislijnen uit. We hebben even later beet en halen een kleinere toch erg mooie dorade binnen. We willen hem ophangen door middel van een lus om de staart te doen om meteen de ruggenwervel door te snijden zodat de vis meteen sterft zonder onnodig verder te moeten lijden. De dorade zag dit aankomen en dacht, ‘ik ben weg !’ Hij slipte uit de lus. Wij zagen ons maaltje verdwijnen. Volgens mij zag ik op dat moment een witte zijkant van een nog grotere rover die de ontsnapte vis op dat moment te pakken kreeg en verschalkte. Ja, het leven is wel erg wrang zo, eten om gegeten te worden, of zo iets.
Nog geen kwartier later hebben we aan de andere lijn beet. Weer een dorade, een kleintje! We laten hem gaan om nog iets te groeien. Ik denk dat hij of zij ongeveer 400 gr woog. Te klein voor onze rookdoos. Hebben maar een blikje tonijn open gemaakt en bij de visbouillon gedaan. 
Het is bewolkt maar de temperatuur is aangenaam. In de namiddag komt de zon er gelukkig weer door. Ik hoor op de wereldomroep dat het in Nederland ‘s-nachts op sommige plaatsen 4 graden vriest. Wat een wereld van verschil. We zien vandaag geen ander schip, geen dolfijnen of walvissen en geen geïrriteerde stormvogeltjes. Wel de grote stormvogels komen soms in paren een kijkje nemen en scheren rakelings over de golven om dan hun weg weer te vervolgen. Mijn wacht gaat in en gelukkig heb ik even kunnen slapen. Het ijzeren zeil (de motor) hebben we bij gezet want de wind is helemaal weggevallen. De deining is gelukkig verminderd en doordat de motor bijstaat lijkt het ook een stuk rustiger varen. Misschien halen we zo de Nije Faam wat in en hoeven we niet in het donker in Mindelo aan te komen. Het ziet er naar uit dat dit de laatste nacht van deze oversteek wordt en dat we zondagmiddag aankomen.
De maan is half aan het worden en er is veel bewolking. Van sterren ontdekken bak ik deze keer niet veel. Arnold heeft vanavond op de computer een programma geïnstalleerd over het  sterrenstelsel. Erg leuk maar toch gaat mijn voorkeur er naar uit om de echte hemel af te turen naar sterren. Als de bewolking toeneemt begin ik benedendeks aan dit verslag. Ieder kwartier klim ik naar boven om om de horizon af te speuren naar eventuele andere lichtjes. Dit doe ik in mijn hemdje, zo warm is het hier midden in de nacht op de oceaan. Deze keer is het de muziek van de Eurythmics en Peter Green die me deze nacht begeleiden. Nog 57 mijl te gaan. Welterusten en voor iedereen gezond weer op.
Zondag 20 november
Land, land land……..! Nog steeds de motor bij en Arnold vertelt me de eilanden in zicht te hebben. Wat is dat steeds een mooie ervaring en zeker nu na 8 dagen uit het niets deze massieve gebergten uit de oceaan te zien verrijzen. De eerste stormvogels vliegen achter ons langs. Je kunt aan verschillende dingen opmerken dat je land nadert, nl grassen en ander groen in het water, de toename van vogels en de bewolking boven het gebergte. En dichterbij de landgeuren van flora waarvan de kruiden van verre te ruiken zijn. Bij het zien van land worden we ongedurig. Of ik in ieder geval omdat Arnold nog even slaapt. Voor tienen begin ik via de SSB radio al met het oproepen naar de Nije Faam. Niets! Pas om 10uur kan ik roepen; ‘land,!’ Paul vertelt me dat zij ongeveer 15 mijl voor ons liggen en al dicht bij het eiland Saô Vincente varen. We zijn beide opgetogen en trots dat we deze oversteek achter de rug hebben en ervan genoten hebben. Hij geeft aan rond 1uur te kunnen ankeren binnen de baai en een plaatsje voor ons vrij te houden. Even later hebben we beet en halen weer een mooie dorade binnen. We hangen hem meteen onderste boven op en gooien een druppeltje pure alcohol in de kieuwen. Hij schut nog eens flink na en sterft snel. Je ziet de mooie kleuren verbleken. Het is al met al minder bloederig en later kunnen we hem gemakkelijk schoon maken en in de koeling leggen. Nu even geen tijd om te roken! We halen nog heel wat aan losse spullen naar binnen om snelle greephanden die kwaad willen te ontmoedigen en geen geboden kansen te geven. Wat vind ik het dek nu mooi zonder al die ‘rommel’ die we denken nodig te hebben aan lijnen, stootwillen, reddingsboeien etc, etc. Dit heet nu echt, schoon schip maken!
De groetvlag van de Kaap-Verden en de quarantainevlag gaan het want in. Foto! Ook gaat de vaarboom van de genua eraf en op het zeil en motor varen de baai binnen. Het is warm en na gedane arbeid is het goed badderen. Niet achter de boot maar wij hebben een plastic ronde kuip gekocht en ik kan er zoals vroeger als kind in het lavet met opgetrokken knieën in zitten . Het bad wordt met een aantal emmers zeewater gevuld. De douchegel en shampoo erbij, de badborstel moet het werk doen. En…foto! Later is Arnold aan de beurt, hij kan er nauwelijks in en zit vast! Ik ben bang dat hij er later uitgetrokken moet worden en krijg fantasievoorstellingen bij het idee hem eruit te moeten takelen via de lier en een val! In het ergste geval met hulp van medezeilers. Onzin want hij komt er vanaf zonder kleerscheuren. Grapje!
Het is bijna 16 uur als we binnen de baai varen. Het is werkelijk een prachtige baai, een uitgesleten vulkaanmond. De baai ligt als het ware in een grote ronde badkuip omgeven door het gebergte. En aan de voet een stadje met leuke fel gekleurde geschilderde huizen. Er liggen heel veel zeilschepen met verschillende Europese vlaggen. Meteen komen er bootjongens in een oude rubberboot en surfplank aangeroeid om hun diensten aan te bieden. Wij hebben het druk met het vinden tussen al die zeilschepen naar de Nije Faam en hebben geen oog voor ze. Ze blijven om de boot heen roeien en zijn erg vasthoudend. Dat is goed te begrijpen want wij zijn in hun ogen de ‘rijke bootees’ en iedere euro is er een. Zoveel werk is er niet op dit eiland. Via anderen hebben wij gehoord naar Orlando te vragen. Een wat oudere betrouwbare Kaap Verdiaan. Het is echt niet zo dat we alleen maar achterdochtig en wantrouwend zijn, maar we zijn door meerdere mensen gewaarschuwd. Ik vind het wel lastig om zo vooringenomen te zijn en zou heel graag willen dat de ‘wilde’ verhalen minder overdreven werden. Ik hoop maar dat wij verstandige en nuchtere Hollanders blijven al is dat dan minder naïef. Al die sloten en voorzorgsmaatregels zijn maar wat lastig!
Mariëtta en Paul hebben de koffie, (drank) en gerookte vis al klaar staan. Zij komen de afspraak na van wie het eerst
komt……….. Wat een wereld! Eindelijk, de Afrikaanse archipel.

Tot mails
Arnold en Coby
22-11-2005

Geen opmerkingen:

Een reactie posten