zondag 15 juli 2012

Febr. 2004 Flessenpost

Flessenpost
Februari 2004


Flessenpost


Wat doe je als er jarenlang binnenin een verlangen groeit om met je eigen zeilschip rond de wereld te zeilen? Wat doe je als het onbekende achter de horizon blijft trekken? Dan schaf je toch gewoon een geschikte zeilboot aan, je zegt je baan op en je gaat ervan tussen. Simpeler gezegd dan gedaan? Misschien wel maar daar komt toch hetgeen waar wij, mijn vrouw Coby en ik, mee bezig zijn min of meer op neer. Onze boot klaar maken, baan op zeggen en begin mei de trossen los gooien om een aantal jaren het ruime sop te kiezen. 
Natuurlijk besluit je zoiets niet op een dromerige zondagmiddag. Daar gaat een lang proces aan vooraf. In mijn geval begon dat eigenlijk zo’n vijfendertig jaar geleden toen ik meegesleept werd naar Friesland door wat vrienden om in een gehuurde open zeilboot een weekend te zeilen. Alles zo primitief mogelijk, slapen onder een zeiltje, koken op een inklapbaar één-pits brandertje en de borrel gewoon uit een plastic theekopje. Ik was direct verkocht en vele weekenden volgde. In de loop van de jaren werden de huurboten vervangen door eigen boten. Geld was er niet dus het waren elke keer opknappers, steeds weer veel werk voor weinig geld. Het gezegde “koop een boot en werk je dood” was steeds weer van toepassing. Een boot samen met vrienden kopen om de kosten te delen bleek op de lange duur geen succes.
Het vaargebied breidde zich ook uit. De stap van de Friese wateren naar het IJselmeer was een enorme overwinning. Ineens moest er genavigeerd worden om in de goede haven aan te komen. De Nederlandse en Duitse wadden volgden en tochten op de Noordzee langs de kust konden niet meer uitblijven. Dan een vakantie naar de Oostzee en regelmatig oversteken naar Engeland.
Samen met een partner die ook gepassioneerd raakt groeit dan het idee om samen eens een lange grote zeilreis te gaan ondernemen, het liefst de wereld rond. Dat kan het beste als ik zestig word en gebruik kan maken van een regeling om vervroegd uit te treden. 

Het veel te vroeg overlijden van een vriendin betekent ook een confrontatie met de kwetsbaarheid van langetermijnplanning. Hoe langer de uitvoering moet wachten hoe groter het risico dat er iets tussen komt waardoor een en ander niet door kan gaan. En omdat we niet bij die groep willen horen die later zegt “we hebben er altijd van gedroomd maar het is er nooit van gekomen”, hebben we gezocht naar mogelijkheden om eerder te vertrekken.
Met de wijsheid van Loesje “Wie met beide benen op de grond blijft staan komt niet ver” in het achterhoofd hebben we uiteindelijk besloten om huis en haard te verkopen en met de opbrengst en ons spaargeld te vertrekken. We hadden op basis van ervaringen van anderen en met wat natte vingers omhoog inschattingen gemaakt en we kwamen tot de slotsom dat we negen jaar moesten kunnen overbruggen. We zouden dan lowbudget moeten leven en reizen en onderweg
af en toe wat bij moeten verdienen. Als ik vijfenzestig wordt kan ik terugkomen om mijn AOW en pensioen op te halen.
Met het nemen van zo’n besluit komt alles ineens veel dichterbij ook al zijn er nog jaren van voorbereiding te gaan. We moesten een geschikte zeilboot zien te vinden. We hebben hele tochten gemaakt om boten te bekijken die te koop waren en uiteindelijk viel de keus op de ‘Argo Navis’. Een bijzonder fraai klassiek gelijnde stalen tweemaster. Zij deed denken aan een mooie elegante dame. We kregen tijdens zeiltochten veel waarderende opmerkingen. Het schip was in 1966 gebouwd en er moest intussen wel het een en ander aan gedaan worden voor we ermee op reis konden. Zo heb ik o.a. de hele elektrische installatie vernieuwd en uitgebreid en beide masten werden vernieuwd nadat door een ongelukkig voorval de hoofdmast gebroken was. Voor de laatste twee winter voor het vertrek stonden ook nog een paar forse klussen op het programma.

Op een dag ging ik met een vriend op de koffie bij vrienden van hem. Zij waren net met hun boot in Nederland aangekomen nadat zij vijf jaar charterend met gasten gevaren hadden vanuit Mallorca. Ik was direct onder de indruk van dit schip. Geen elegante dame maar een uitstekend uitgerust werkpaard, in vele opzichten nog beter geschikt voor onze plannen dan de ‘Argo Navis’. Na veel overleg, ontelbare overpeinzingen en twee weken slecht slapen kochten we de ‘Drifter’ en moest ‘Argo Navis’ verkocht worden. Sindsdien staat Coby mij niet meer toe zonder haar bij onbekenden op de koffie te gaan.
We zijn nog steeds erg in onze sas met de ‘Drifter’ en hebben nimmer spijt gehad van ons besluit. In mei 2003 stond ons vertrek gepland. Onvermijdelijk kwam ook het moment van opzeggen van onze banen. Weer zo’n “point of no return”. Alleen liep het deze keer anders. We zegden weliswaar onze banen op maar even voordat we de uitnodigingen voor ons afscheidsfeestje wilden verzenden werd duidelijk dat Coby geopereerd moest worden en dat we ons vertrek voorlopig moesten uitstellen. Hoelang? Dat was nog niet duidelijk maar ieder zou proberen het zo kort mogelijk te laten duren. Eenmaal in de strop van het Nederlandse ziekenhuissysteem ging alles mis wat maar mis kon gaan. Het was de bedoeling dat de operatie na enkele weken kon plaats vinden, het werd uiteindelijk meer dan twee maanden later. Door deze vertraging ontstonden complicaties die nog drie ziekenhuisopnames en twee extra operaties nodig maakten. Gelukkig
kon ik na overleg in dienst blijven bij de GGZ en ook Coby werd door haar werkgever in dienst gehouden opdat ze een beroep op de ziektewet kon doen en ook verzekerd bleef. In november was ze weer nagenoeg hersteld en pakten we de draad van onze voorbereidingen weer op. We hadden moeten besluiten ons vertrek met een jaar uit te stellen.
Nu is het dan bijna weer zover, het kriebelt en alles komt steeds dichterbij. Best spannend. Toch kan ik er minder onbevangen in staan dan vorig jaar. “Er zal toch niet weer wat gebeuren waardoor……”. Moed erin houden dus.
Ons plan is nu dus om na Pasen onze boot nog uit het water te laten tillen voor een volledige schilderbeurt onder en boven water. Als dit gebeurd is en we alles aan boord hebben wat we willen meenemen gooien we de trossen los en varen we uit. Eerst naar de zuidkust van Engeland. Daar wachten we gunstige weersomstandigheden af om de Golf van Biskaje over te steken naar La Coruna in Noord-Spanje. Van daar hoppen we langs de Portugese kust naar beneden en via
Gibraltar naar de Middellandse Zee. Hier blijven we een jaartje rondvaren om volgend jaar via de Canarische en Kaapverdische Eilanden de Atlantische Oceaan over te steken naar Brazilië. Mogelijk dat we daar een tijdje wat vrijwilligers werk kunnen doen. Coby heeft nl. via haar werk connectie met een kloosterorde in Brazilië die daar actief is in de gezondheidszorg en maatschappelijke opvang. Dit lijkt ons een uitgelezen manier om land en cultuur te leren kennen.
In Brazilië beslissen we of we langs de kust van Argentinië naar beneden varen om via de straat van Magelhaen naar de Stille Oceaan door te steken, of naar boven via het Caraïbisch gebied en het Panamakanaal. Dan de Stille Zuidzee met haar prachtige eilanden klein en heel klein. We hebben ook nog afspraken staan in New Zealand en Australië. We weten nu alleen nog niet hoe laat we daar zullen zijn. De terugreis zal wel via Kaap de Goede Hoop gaan omdat de
Perzische Golf en het Suezkanaal waarschijnlijk ook dan nog wel onrustgebieden zullen zijn.

Februari 2004
Arnold

Geen opmerkingen:

Een reactie posten