dinsdag 17 juli 2012

Nov. 2005 Gedwongen verblijf op Tenerife

November 2005
 
Gedwongen verblijf op Tenerife
 
Zoals jullie weten verblijven we al weer een behoorlijke tijd op de Canarische eilanden. Dit niet helemaal gewenst door ons. We wachten al een geruime tijd op de zeilnaaimachine uit Amerika die al lang in ons bezit had moeten zijn. De levering door UPS loopt dan ook niet zoals zou moeten. We zijn erg veel tijd kwijt met deze maatschappij omdat het maar niet wil lukken om deze pakketten naar het zuidelijke vliegveld van Tenerife te sturen in plaats van naar Madrid, daarna naar Santa Cruz. Afijn, we kunnen onderhand veel a-4tjes over dit probleem schrijven maar dat gaat zeker vervelen. Ons doet het dat al tenminste. Het leven van een zeezeiler gaat niet altíjd over rozen…..
Van Lanzarote, waar we na een geweldige tijd Ton en Nicky op de veerpont hebben gezet, zijn we verder gevaren naar Isla de Lobos, Fuertaventura en daarna naar Gran Canaria. Daar kwamen Carla en Yvonne in Las Palmas voor een weekje vakantie aan boord. Ook met hen was het geweldig. We hebben veel plezier gehad en vonden het jammer dat zij weer terug moesten.
De tocht naar Tenerife verliep goed en met een gemiddelde van 6 knopen kwamen we na 12 uur aan. Onderweg gelukkig weer dolfijnen gezien. Blijft speciaal! Nu liggen we dus voor anker bij Los Cristianos de Tenerife. Een stadje met veel toeristen. Het enige voordeel is dat van hieruit bussen in allerlei richtingen vertrekken en we ook onze voorraden kunnen aanvullen. Op dit eiland staat de Teide, de hoogste berg van Spanje. Op de top ligt ’s -winters sneeuw. We willen er naartoe maar tot nog toe heeft het geen zin omdat er steeds teveel laaghangende bewolking is.
Van hier uit willen we nog graag naar het eiland La Gomera en als het er nog inzit naar El Hierro. Dat zijn bijzondere eilanden, nog niet geheel door toeristen overspoeld en van een weldadige rust. Want de meeste eilanden van de Canarisch hebben ook een keerzijde en wel van teveel hotels, appartementen en ‘toeristen’. Maar er is gelukkig veel meer te zien op de eilanden dan alleen maar zand, zee, zonnebrandcrème, speelautomatenhallen, bars, discotheken en winkelcentra. Het gekke is dat ook wij toeristen zijn maar ons niet als zodanig voelen. Het vaarleven is dan ook geheel iets anders dan het verblijf op het vaste land, ook al hebben wij net als de doorsnee toerist zonnebrandcrème nodig.
Ieder eiland van de Canarisch is uniek en totaal onvergelijkbaar met elk ander eiland van de archipel. Zeven eilanden, de kleine rotseilanden ten noorden van Lanzarote en in het zuiden bij Fuertaventura niet meegeteld, blijken zeven verschillende werelden: woestijnen, ruige bergtoppen, steile berghellingen en licht aflopende zandstranden, riffen en kustlijnen vol vulkanisch gesteente. Maar ook liefelijk met veel groen en bloemenpracht door de verschillende klimaten en oorsprong.
Veel zeilschepen gebruiken deze eilanden om hun voorraden in te slaan op weg naar de Cariben, Kaap-Verden of Brazilië. De jaarlijkse zeiltocht in november georganiseerd door de ARC om gezamenlijk over te steken naar de Cariben vertrekt eind november vanuit de Canarische eilanden. Op Gran Canaria in Las Palmas komt er geen boot meer de haven in, deze is helemaal gereserveerd voor de ARC. Alles zit daar potdicht.
In het zuiden van Gran Canaria bij Anfi Del Mar hebben we snorkel-en duiklessen gekregen van een Deense duikleraar. Beck, een geweldig leuke gast en dito hond. Hij lag daar ook in de baai voor anker en kon op korte termijn daar als duikinstructeur aan de slag. In de tussentijd gaf hij ons privé-les. Voor weinig geld, gezelligheid en een warme hap werd een overeenkomst gesloten. We zijn veel te weten gekomen over veiligheid, gebruik van materialen en deden de nodige theorie en duikervaring op. Nadien een aantal dagen om de lessen in praktijk brengen. Een strenge leraar, maar daar stond wel tegenover dat we uitstekend leerden snorkelen en duiken. Na de eerste dag waren we kapot! Het vergt heel wat energie en concentratie. Je moet toch maar steeds diep adem halen, controle erop houden en luisteren naar je lichaam. Ik wilde toch wel steeds op tijd weer  naar boven en dacht het vaak niet te halen. Het is een enorme hulp als de duikleraar bij je blijft en je tot kalmte maant.
We hebben inmiddels de benodigde duikmaterialen aan boord, zoals fles, persluchtapparatuur, snorkels, wetsuite en zwemvliezen. Arnold duikt nu zonder uitrusting naar 10 á 12 meter diepte en hij volgt daarbij ook nog eens de gehele ankerketting onder water. De bikkel! Ik kan tijdens het snorkelen 5 meter diepte halen maar moet dan echt naar boven. Goed oefenen dus. Het is wel heerlijk om te doen, zo ontspannen en je prettig te voelen onder water. Er valt heel wat te zien. Rotsen en spleten waar vele gekleurde vissen zich ophouden en hun territorium tegen inmenging van anderen moeten verdedigen. Zij zijn daar vaak erg druk mee en negeren onze aanwezigheid.
Met kalme en rustige bewegingen verstoor je niets en vissen komen uit nieuwsgierigheid op je af, zeker als je wat stukjes kaas mee neemt en deze verkruimelt. De bodem is vaak rotsachtig met vele spleten. Meestal vinden vissen daar hun schuilplaats. Ook zagen we voor het eerst hele velden vol met zwarte zee-egels bijeen. Oppassen geblazen voor hun stekels. Krabben die op tijd wegduiken in hun schuilplaats. Vaak zwarte krabben met een donkerrood schild. De spinkrabben zijn bruin geel gestreept. Zij blijven vaak rustig hun voedsel zoeken. Door meer te snorkelen of duiken wordt je nieuwsgierigheid groter en maakt plaats voor opwinding en avontuur.
 In die dagen zagen we de eerste roggen die daar iedere avond in heel ondiep water uitrusten. Steeds in groepen van ongeveer 10 exemplaren. Sommige van 1½ meter doorsnee. Een geweldige bijna buitenaardse ontmoeting. Het ging om butterfly-roggen. Zij zijn bruin gevlekt aan de bovenkant en vormen zo een prima camouflage tegen de achtergrond van zand. Zij zijn niet gevaarlijk ook al hebben zij een korte stekel. We wilden met de rubberboot naar de kant en ineens om ons heen gespetter van roggen die wegzwommen om een eindje verder zich weer neer te
vleien in het ondiepe maar warme water. Met hun waaierachtige vinnen graven zij zich een beetje in. Alleen de ogen en kieuw openingen zijn te zien. Je kunt ze aanraken maar door de kracht die zij ontwikkelen bij het onverwacht wegzwemmen laat je dat wel. Bovendien bij het uitstappen stond ik er bovenop en schrok me wezenloos, dus mijn portie had ik wel gehad.
Een paar dagen geleden mailden Mariëtta en Paul ons. Zij liggen in de haven van Santa Cruz, in het noorden van dit eiland. Zij maakten zich ongerust omdat er verschillende zeilschepen weg gevlucht zouden zijn na veel wind en swell (deining) hier vanuit Los Christianos. Hier is ook geen haven om veilig weg te duiken als het te hard gaat waaien. Maar gelukkig viel het mee. De hevigheid van de wind klopte niet, wel de deining omdat de wind een paar dagen geleden draaide vanuit het noorden naar het zuiden en we lagen behoorlijk te rollen op de golven. Je zou er bijna zeeziek van worden. Maar ja, na Madeira zijn wij wel wat gewend! Daar was het rollen op de deining vaak erger. We hebben toch een hekanker uit gezet. Dat wil zeggen dat we niet alleen aan de voorkant van ons schip een anker hebben uitstaan maar ook aan de achterkant. Dat is nodig om de boot met de kop op de swell te houden. Zo liggen we niet dwars op de golven te rollen. Dat zal in de toekomst vaker nodig blijken. Zeker op de Kaap-Verden want daar lig je ook niet altijd beschut in de verschillende baaien.
We gingen kijken op internet naar het overzicht van de verschillende weerdiensten en pas kwamen we er achter dat er een behoorlijke cycloon heeft huisgehouden bij Madeira en vervolgens aan de kust van Portugal. Dan wordt je weer eventjes op de feiten gedrukt dat het fijne varen ook wel eens anders kan zijn en je echt moet afzien.
Ben ik net even buiten en duikt er een Engels zeilschip naast ons op en vraagt naar de naam van ons schip. “Jullie hebben vele groeten van Mariëtta en Paul die in Santa Cruz liggen. Zij maken zich erg ongerust over de harde wind die hier zou hebben gewaaid en denken veel aan jullie!” Het is toch wat! De boodschappen komen vanzelf bij ons! Waarom telefoon, e-mail, satelliet of andere dure communicatiemiddelen aanschaffen? Het ouderwets mondeling door geven van boodschappen lukt ook nog steeds! Kost geen stroom, dus geen dure accu’s, windgenerator en zonnepanelen! Toch iets om over na te denken!
Wij maken ons langzaam op om naar de Kaap-Verden te varen. Voorraad inslaan, Vlees inmaken, omdat daar op de eilanden bijna niets te koop is. Het beetje dat daar te krijgen valt wordt aangevoerd en is dus ook een stuk duurder. Ik ben ook het grote muskietennet aan het afmaken. Ik maak deze van witte tule. Heel wat meters gaan daarin zitten. Het lijkt alsof ik een bruidsjapon aan het maken ben! De luiken heb ik inmiddels verduisterd met zonwerende stof tegen. Arnold beveiligt de luiken nog met een ketting. We zijn gewaarschuwd tegen diefstal op de Kaap-Verden. Misschien valt het best mee. Maar een gewaarschuwd mens telt voor twee. Het weerhoudt ons niet
om er naar toe te gaan. Misschien is dat wel onze nuchtere Hollandse instelling om het allemaal zelf te gaan ontdekken in plaats van al die verhalen die de ronde doen te geloven en de eilanden om die reden niet te bezoeken. We doen er wel verslag van.
De nieuwe zonnetent beschermt ons onderweg en op de ankerplaats tegen de hete zon. De oude was helemaal verpulverd. Dit na 1½ jaar al. De stof was niet bestand tegen de zon. In dit milieu blijft niets heel, er gaat veel kapot door zon en zout. Zelfs de drukkers op mijn tasje, de gespjes en ringetjes op de schoenen, de spoeltjes en spoelhuls van de naaimachine beginnen al te roesten. Mijn ijzeren haarborstel kan ik ook al wegdoen, net zoals de koffie-, suiker- en theebussen. In de toekomst zijn blik, ijzer en staal taboe hier aan boord. Ik vraag me af of piercings tegen dit milieu bestand zijn? Niet dat wij ze hebben, hoor! Misschien daarom ook dat we niemand onder de zeilers zien met piercings. Nu ja, de leeftijd speelt daar ook een grote rol in. De meeste zijn van een oudere leeftijd. Zelfs roestvrij staal wil al bruin worden maar gelukkig met wat poetsen is dat wel te verwijderen. Bij de boeg op het dek ziet het er verschrikkelijk geroest uit. Daar gaat steeds het anker en ketting over heen met het nodige zeewater. Vooral de sporen die het roestwater nalaat maakt het nog veel erger dan het is. Dit is heel moeilijk te verwijderen. Maar niet teveel naar kijken! Jullie zien wel, kleine dingen worden heel belangrijk aan boord van een schip.
Arnold komt net terug met de dinghy en heeft voor de zoveelste keer telefonisch contact opgenomen met UPS. Als het goed is komt vanavond tegen 5uur de koerier met de naaimachine. We zullen het wel zien! Geduld is een goede zaak in deze! We willen wel heel snel verder omdat we hier toch echt wel uitgekeken zijn op dit eiland. Op naar La Gomera.
We hebben het anker weer omhoog gehaald en zijn op de motor vertrokken naar Gomera. Geen wind om te zeilen.
Het is ongeveer 20 zeemijlen naar dat eiland varen en we zien het vanaf Tenerife duidelijk liggen. De vulkaan de Teide hebben we al die tijd niet kunnen zien. De laatste week was het weer ronduit slecht, veel bewolking en regen. Vanaf de oceaan kunnen we wederom geen Teide ontdekken. De vele bewolking laat dat niet toe. Onderweg krijgen we gezelschap van een kleine familie grienden. Een grotere soort dolfijnen. Zij negeren ons en zwemmen niet mee voor aan de boeg van de Drifter. Zij hebben duidelijk niets met bootjes.
In de haven van San Sebastián aangekomen liggen we aan een steiger tussen vele nationaliteiten in. Veelal wereldomzeilers. Je herkent ze niet alleen aan hun groetvlaggen maar de gehele uitrusting aan boord laat het duidelijk zien, zoals zonnepanelen, windmolens, jerrycans, zonnetenten en…dingy’s(rubberboten). En we zien vanaf de haven de Teide duidelijk boven de wolken uitsteken. Een immens hoge vulkaan! Geen wonder dat er zich sneeuw bovenop bevind.
Hier is het prettig liggen ook al is het een kleine bedrijvige haven waarin verschillende malen per dag veerboten aankomen en vertrekken. Het stadje is oud en pittoresk met de vele prachtig rijk versierde balkons aan de gevels.
Het tamelijk ongerepte La Gomera is een verademing na de lawaaiige toeristenkermis van Tenerife. Hier blijven we 4 dagen liggen om schoon schip te maken, water en diesel te tanken, kleding te wassen en levensmiddelen in te slaan. Wij doen niet anders dan de grote wereldreizigers voorheen zoals Columbus die ook om dezelfde reden dit eiland aandeed. Hij zocht hier ook naar nieuwe planten en dieren voor de nieuwe wereld. Zo verklaren sommigen zijn bezoek aan Gomera althans. Anderen vermoeden dat hij een oogje had op de mooie roodharige Beatriz de Bobadilla, die eerder de maîtresse was van de Spaanse koning Ferdinand van Aragón. Is jullie kennis van geschiedenis ook weer eens een beetje opgevijzeld. Wij voelen ons vereerd om in hun spoor deze wereld opnieuw te ontdekken.

Tot mails maar weer
La Gomera, 5 november ’05

Geen opmerkingen:

Een reactie posten